H. Tijdschriften en Overdrukken met werk van en over Ward Ruyslinck

in m’n Ruyslinckiana

Werk van Ruyslinck in bruine letters  –  Werk over Ruyslinck in groene letters

H. Jaar Diverse verschillende tijdschriften
1. 1947 Het Daghet, Letterkundig Tijdschrift voor de Jongeren

1e jaargang nr. 5 oktober-november 1947, met van Ward Ruyslinck:
– het gedicht ‘Alice ik heb uw lief gelaat…’

2. 1948 – 1950 Nieuwe Stemmen

Ingebonden 5e jaargang nr. 1 tot en met 7e jaargang nr. 2, October 1948 tot en met  November- December 1950 met werk van Ward Ruyslinck:
‘Een jeugdbrief van Karel van de Woestijne’. Bespreking van de brief (gevonden bij zijn hospes in Gent), november 1949, p. 46-47.
– het gedicht ‘Altijd’, november-december 1950.

3. 1953 Tolk

2e jaargang, nr. 6, september 1953, met van Ward Ruyslinck:
‘Afscheid van Stefana’ – fragment uit Fanaal in de Mist
(N.B. dit fragment is geheel geschrapt bij de omwerking van het werk.)

4. 1964 Streven

Jaargang XVII – Deel II, nr. 10, juli 1964. Over Ruyslinck:
– B. Van Vlierden, ‘Het achterhoedegevecht van W. Ruyslinck’ (bespreking van Het reservaat)

5. 1964 De Nieuwe Stem, Maandblad voor cultuur en politiek

Nr. 6/7, juni/juli 1964, ‘verhalen van jonge nederlandse schrijvers’, met van Ruyslinck:
–  ‘De familie Vogel’, fragment van De paardevleeseters.

6. 1980 Anderland – 1980  (jaargang en nummer niet aangegeven)

– Monika Lo Cascio, ‘Interview met Ward Ruyslinck’.

7. 1980 Spectator. Nr. 13, 28 maart 1980, Werk over Ruyslinck:

– Carlos Alleene, Interview Ward Ruylinck : ‘Mijn boeken komen duidelijk bij het verkeerde publiek terecht.’

8. 1981 Nieuw Vlaams Tijdschrift

–  34e jaargang, nr. 2, maart/april 1981, met van Ward Ruyslinck:
Open brief aan de gevoelsafschaffers’

9. 1985 Nioba Tijdschrift, Literair maandblad,

Jrg. 6, nr. 34, september/oktober 1985 met:
– Marc Strooband, ‘De link met Ruyslinck. In gesprek.’ (Interview over De uilen van Minerva)

10. 1985 We noemen je boek, magazine voor literatuurduiding, september 1985 met:

– Marc Strooband, ‘De link met Ruyslinck. In gesprek.’ (Interview over De uilen van Minerva)

11. 1999 Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift

Jrg. 17, nr. 63, zomer 1999, ‘Ruyslinck 70 buiten de Wa(a)rd gerekend?

–  Ward Ruyslinck, ‘1999’ en ‘Laatste wil’  (nieuwe gedichten).
Koen Vermeiren, ‘Tegen het kortetermijngeheugen’;
Paul van Aken, ‘Brief aan Ward Ruyslinck’;
Jean Weisgerber, ‘Terugblik op De speeltuin;
Aarnout de Bruyne, ‘De achilleshiel van de auteur’.

 

  Dietsche Warande en Belfort
H. Jrg. Nr. maand en jaar Werk van of over Ward Ruyslinck
12. 105 10 – dec. 1960 Het kasteel van Weewee
13. 107   4 – april 1962 De sneeuwbui
14. 107   8 – okt. 1962 Lieve Scheer, Dossier tegen de ‘God van de wormen’
15. 108   2 – febr. 1963 Een man de Samson heet
16. 108   5 – juni 1963 Lieve Scheer, Verhalen van Ruyslinck
17. 109   1 – jan. 1964 Paalberg
18. 110   6 – juli/aug. 1965 Drek-en-drift-literatuur
19. 110   8 – oktober 1965 Kees Fens gooit een fens(ter) op flaanderen open
20. 111   1 – januari 1966
21. 112   2 – februari 1967 Lieve Scheer, Een nieuwe Ruyslinck? (bespreking Golden Ophelia)
22. 113   7 – sept. 1968
23. 114   3 – maart 1969
24. 114   4 – april/mei 1969
25. 114   6 – juli/aug. 1969  Lieve Scheer, Röntgens van Ruyslinck I
26. 114   7 – sept. 1969 Röntgens van Ruyslinck II
27. 114   8 – oktober 1969 Röntgens van Ruyslinck III
28. 114   9 – november 1969 Röntgens van Ruyslinck IV
29. 114 10 – december 1969 Röntgens van Ruyslinck V
30. 115   1 – januari 1970 Röntgens van Ruyslinck VI
31. 115   2 – februari 1970 Röntgens van Ruyslinck VII
32. 115   3 – maart 1970 Röntgens van Ruyslinck VIII
33. 115   4 – april/mei 1970 Röntgens van Ruyslinck IX
34. 116   6 – juli/aug. 1971 Twaalf miljoen gaatjes
35. 118   2 – februari 1973 Albert Westerlinck, Ruyslinck over ontwikkelingshulp
(bespreking van De heksenkring)
36. 118   3 – mrt/april 1973 De receptie
37. 120   4 – mei 1975 Marcel Janssens, Een ganzenspel van Ward Ruyslinck
(bespreking van Het ganzenbord)
38. 121   2 – februari 1976
39. 122   2 – februari 1977
40. 129   2 – februari 1984 Marcel Janssens, Ward Ruyslinck en het werkwoord schiften (bespreking van Leegstaande huizen)
41. 130   3 – mrt/april 1985 Gekroonde en gelauwerde hoofden
Fernand Auwera, ‘Schrijvers zijn kannibalen’
(aangehaald door Ward in zijn antwoord aan
Auwera over De uilen van Minerva)

 

  Ons Erfdeel
H. Jrg. Nr. maand en jr. Werk over Ruyslinck
42. 16   2 – mrt/april 1973 Eugène van Itterbeek, Hoe staat Ward Ruyslinck
tegenover het lijden in de Derde Wereld?’
43. 32   3 – mei/juni 1989 Paul van Aken, ‘Robopaten in het werk van Ward Ruyslinck’.
 

 

  Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel
H. Jrg. Nr. maand en jaar Werk over Ruyslinck
44. 17 4 – 1974-1975 S. Govaert, Twee schrijvers tegen de vervreemding.
Over Ruyslinck p. 46-77, over Michels p. 59-77
45. 20 1 – 1978-1979 E. Rinchout (sic), Ruyslinck op de wip tussen experiment en traditie : structurele aspecten van Het dal van Hinnom
46. 20 2 – 1978-1979 Eric Rinckhout, Vooroorlogse kwaliteit :
structurele aspecten van Ruyslinks De stille zomer

 

  De Vlaamse Gids
H. Jrg. Nr. maand en jaar Werk van of over Ruyslinck
47. 41   4 – april 1957 De pogrom
48. 42   1 – januari 1958 De bomtrechter
49. 44 11 – nov. 1960 Het koekoeksmeisje
50. 45   7 – juli 1961 Het dal van Hinnom (1e hoofdstuk)
51. 48   1 – januari 1964 Mère terrible
52. 57 12 – dec. 1973 Het meisje dat de vrede opat (uit: Het Ganzenbord)
Willem M. Roggeman, ‘Gesprek met Ward Ruyslinck’
Aarnout de Bruyne, ‘De pariabeschermer,
motief in het oeuvre van Ward Ruyslinck’
Bernard Kemp, ‘Ruyslinck en de creatieve moraliteit’
53. 69   4 – juli/aug. 1985 De correlatie tussen het uiterlijke en innerlijke landschap bij Van Schendel
Septentrion, Revue de culture néerlandaise  (Frans)
Jrg Nr. maand en jaar Werk van of over Ward Ruyslinck
54. 10 3 – decembre 1981 Fragment uit Golden OpheliaTiré de Golden Ophelia

Aarnout de Bruyne, ‘L’engagement du romancier Ward Ruyslinck’.

55. 18 4 – decembre 1989 Paul Buyck, Les meilleurs récits de Ward Ruyslinck.
Writing in Holland and Flanders   (Engels)
Jrg Nr. maand en jaar Werk van of over Ward Ruyslinck
56. 34 – december 1974 The snowstorm
and extracts of: The Valley of Hinnom, The Reservation, Golden Ophelia and The ApocatastasisAarnout de Bruyne, ‘Ward Ruyslinck’
Overdrukken
Jaar Tijdschrift Titel van het werk van Ruyslinck
57. 1960 Roeping, jrg. 36,
nr. 7- nov. 1960
‘Budgetvreters’.
58. 1965 DWB, jrg. 110,
nr. 8, 1965.
‘Kees Fens gooit een fens(ter) op flaanderen open’.
59. 1977 Jaarboek van de KANTL, p. 160-167. ‘Huldiging Marnix Gijsen’.
60. 1985 ? Onbekend tijdschrift
p. 301-304.
‘Hoe De Baere gecastigeerd werd’.
61. 1986 Jaarboek van de KANTL, p. 291-303. ‘Conventie en inventie in de naoorlogse Nederlandse romantitel’
62. 1994 Jaarboek van de KANTL, p. 160-167. ‘Begroeting van Eddy van Vliet als lid van de Academie’
Jaar Tijdschrift Beschrijving van het werk over Ruyslinck
63. 1962 DWB, jrg. 107, nr. 8, oktober 1962. Lieve Scheer, ‘Dossier tegen de “God van de wormen”. Bij een aangrijpend boek van Ruyslinck’.
64. 1963 Streven, jrg. 16, deel I nr. 5, februari 1963. B.F. Van Vlierden, ‘De wereld st . . . .  De stille zomer door Ward Ruyslinck’.
N.B. Op de omslag van de overdruk van dit artikel schreef Van Vlierden met pen ‘Voor Ward’ en op de puntjes ‘De wereld st . . . .inkt’ met de verklaring: ‘redactieschroom’.
65. 1967 Streven, jrg. 20, deel II nr. 11-12, aug.-sept. 1967. Lieve Scheer, ‘Medemens en maatschappij bij Ruyslinck’.
66. 1974 NVT, jrg. 27, april 1974. Willy Coolsaet, ‘Ward Ruyslincks metafysisch drama van absolute zinloosheid’.
67. 1976 Spiegel der Letteren, jrg. 18, 1976. Serge Govaert, ‘Ward Ruyslinck en Ivo Michiels: existentieel schrijven?’.