Inleiding

Het ontstaan van mijn Ruyslinckiana

Begin 1992 verscheen De speeltuin, Ruyslincks brievenroman met Monika Macken. Om over het boek te komen praten werden Ruyslinck en Monika uitgenodigd in het populaire tv-praatprogramma ‘Luc’ van de commerciële VTM. Toen Ward bekende dat zijn vrouw Alice zelfmoord had gepleegd, ontstond er in literair Vlaanderen flinke commotie, die overwaaide naar Nederland. In Het Parool verscheen er op 2 mei 1992 een paginagroot interview van Leonoor Wagenaar, waarin ik een grote gelijkenis bespeurde van zijn eerste huwelijk en het huwelijk met mijn eerste vrouw, dat vijf jaar daarvoor was geëindigd.

Op 16 mei kreeg Ruyslinck in de tv-uitzending ‘Sonja op zaterdag’ naar mijn gevoel onterechte verwijten over zijn ontrouw die de oorzaak van de zelfmoord van zijn vrouw zou zijn. Ik had in de jaren 60 van Ruyslinck alleen De stille zomer en Het reservaat gelezen, maar daarna van hem niets meer. Dus kocht ik de brievenroman en nadat ik De speeltuin had gelezen, moest ik hem schrijven. Zijn antwoord kwam vrijwel onmiddellijk:

[…]
‘De waarheid is juist onbeschrijflijk… Het is niet de waarheid, maar de werkelijkheid is oneindig veel afschuwelijker’ schrijft u en ik kan u daar heel goed in volgen. Het is een vuistregel voor elke schrijver : als je de werkelijkheid tot in bijzonderheden kopieert wordt je verhaal ongeloofwaardig, veel ongeloofwaardiger dan fictie. Daar hebben Monika en ik ook rekening mee gehouden toen we De speeltuin schreven. Als we onze partners reëel hadden geportretteerd en getrouw verslag hadden gedaan van alle conflicten en ruzies waartoe een failliet huwelijk leidt, zouden we inderdaad een ontzettend veel afschuwelijker werkelijkheid hebben opgeroepen. […]

Uw verhaal is niet identiek met, maar wel erg gelijkend op het mijne, en ik neem aan dat u ook heel wat beproevingen hebt moeten doorstaan. Vooral het gedrag van uw ‘exgenote’ roept bij me heel wat herinneringen op aan de geborneerdheid, de onwil en het zelfbedrog van wijlen mijn vrouw. Ook voor haar was het huwelijk, behalve een veilige ankerplaats, het sacrament van de eeuwige trouw tegen-wil-en-dank. Ook voor haar was ik op seksueel gebied de anomalie, niet zij. […]

Als u er ooit toe komt het relaas van uw lijdensweg op papier te zetten, dan wil ik dat zeker graag lezen. Ik ben benieuwd.

Ik heb inderdaad mijn ‘lijdensweg’ op papier gezet en het aan Ruyslinck gestuurd, waardoor ik veel van het onrecht en onbegrip in mijn omgeving heb kunnen verwerken. Inderdaad, zoals hij me schreef: ‘dat schenkt heel wat opluchting …’.

Bij de bespreking van mijn boek – dat hij de titel Gezinsverbijstering gaf – hebben we heel wat vertrouwelijkheden uitgewisseld. Daarna is een hechte vriendschap ontstaan, waarin ik alles van Ruyslinck wilde lezen. Dat viel in de jaren 90 niet mee, want van zijn oude werk was alleen een herdruk van Het reservaat in de boekhandel verkrijgbaar, dus ging ik op zoek naar zijn werk bij antiquaren (in die tijd bestond www.boekwinkeltjes.nl nog niet). Ward had wel schik in mijn zoektocht en stuurde mij soms één van zijn werken die ik niet kon vinden voor mijn verzameling boeken die hij mijn ‘Ruyslinckiana’ noemde.

Nadat Ward me had gevraagd zijn biografie te schrijven groeide de boekenschat uit tot een hele boekenkast. Het moge duidelijk zijn dat de Ruyslinckiana me na aan mijn hart ligt. Dus vind ik het een prettig idee dat verschillende boeken uit de verzameling ook na mijn overlijden een nuttige bestemming vinden in bijvoorbeeld een literaire, universitaire of culturele instelling.

Dus nogmaals: u kunt me laten weten in welk(e) werk(en) u geïnteresseerd bent via info@wardruyslinck.nl.
Ik zal dan contact met u opnemen en de interesses honoreren, dan wel noteren voor de executeur testamentair.

Frits de Vries