Errata
De tekst in de linker kolom moet worden vervangen door de tekst als beschreven in de rechter kolom.
(rvb : regel van boven; rvo : regel van onder)
pag. plaats | tekst | verbeterde tekst |
3, 4e rvo | Verantwoording 556 | Verantwoording 558 |
38, 9e tot 13e rvb | Zijn ouders, die – naast hun angsten om Roland van wie ze niets meer hoorden – zich ernstig zorgen maakten om Raymond, stuurden hun jongste naar een oudoom en -tante op het platteland om ver weg van Antwerpen in het buitengebied van Gent tot rust te komen.
N.B. Deze oom en tante (zuster van zijn moeder) verhuisden eind jaren veertig – na de logeerpartij van Raymond – van de Ganzenbol naar de Kortrijksesteenweg te Gent. |
Zijn ouders, die – naast hun angsten om Roland van wie ze niets meer hoorden – zich ernstig zorgen maakten om Raymond, stuurden hun jongste naar nonkel Gilbert en tante Elvire op het platteland om verder weg van Antwerpen in het buitengebied van Lint, de Ganzenbol, tot rust te komen.
[…] hun jongste naar een oudoom en -tante nonkel Gilbert en tante Elvire op het platteland om verder weg van Antwerpen in het buitengebied van Gent Lint, de Ganzenbol, tot rust te komen. |
135 | Opmerking:
Het hoorspel De corridor kent niet één – zoals ik in eerste instantie veronderstelde (met de tekst in de linker kolom hieronder) – maar twee registraties. In 1965 die van de VPRO onder regie van Coos Mulder met Peter Aryans, Willy Ruys en Donald de Marcas én die in 1966 van de BRT met Albert van Dalsum in de hoofdrol. Bij het opmaken van de primaire biografie kwam ik hierachter en wijzigde de tekst als weergegeven in de rechter kolom. Deze wijziging is echter niet in Dubbellevens verwerkt. Voor de juistheid van de biografie is navolgend erratum vermeld. NB: De gebeurtenissen aan de grens van Wit-Rusland met Polen in november 2021 deden me sterk denken aan de politieke machinaties en gebeurtenissen aan het ijzeren gordijn in de jaren 60 van de twintigste eeuw. In de vorige eeuw was een oorlog tussen Rusland en Oekraïne – twee Sovjetrepublieken van de Sovjet-Unie ondenkbaar. Maar in 2022 is het helemaal anders. |
|
135, vanaf 6e rvb tot 9e rvo | Nadat zijn eerste vertaalde hoorspel was uitgezonden, gaf de VPRO hem in 1964 opdracht een hoorspel te schrijven. Zijn hoorspel De Corridor (speelduur 54 minuten) werd op 16 april 1965 uitgezonden, toen de Koude Oorlog nog lang niet was uitgewoed. Het thema was de Oost-Westverhoudingen, de machtsstrijd tussen kapitalisme en communisme, maar dan vanuit de optiek van de kleine, verdrukte man (de paria) die het slachtoffer is van de internationale politieke machinaties. Niet alleen het zinloze van zulke ideologische conflicten heeft Ward willen aantonen, maar ook het absurde, het amorele ervan. De mens wordt door de politieke systemen gebruikt, misbruikt, verdrukt of verdelgd al naargelang zijn godsdienstige overtuiging of huidskleur. Dat ervaren de blinde rabbi en het jonge halfbloedje op een vreselijke manier. Opmerkelijk was dat de indertijd beroemde Nederlandse acteur Albert van Dalsum, die in november 1964 met zijn rol als King Lear in het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare afscheid van de planken had genomen, met zijn karakteristieke stem de hoofdrol in deze uitzending vertolkte. In 1966 werd de registratie van De corridor van de VPRO door de BRT uitgezonden. |
Nadat op 10 december 1963 ‘Een hoffelijkheidsbezoek’ – zijn eerste vertaalde hoorspel (‘Ein grenzenloser Nachmittag van Martin Walser) – door de BRT was uitgezonden, gaf de VPRO Ruyslinck opdracht een hoorspel te schrijven. Zijn hoorspel De Corridor werd op 16 april 1965 door de VPRO uitgezonden, vertolkt door Donald de Marcas, Willy Ruys en Peter Aryans. Het thema was de Oost-Westverhoudingen, de machtsstrijd tussen kapitalisme en communisme op het hoogtepunt van de harde Koude Oorlog rond het ijzeren gordijn en de Berlijnse muur. In deze strijd is de kleine, verdrukte man (de paria) het slachtoffer van internationale politieke machinaties. Ruyslinck heeft niet alleen het zinloze van zulke ideologische conflicten willen aantonen, maar ook het absurde, het amorele ervan. De mens wordt door de politieke systemen gebruikt, misbruikt, verdrukt of verdelgd al naargelang zijn godsdienstige overtuiging of huidskleur. Dat ervaren de blinde rabbi en het jonge halfbloedje op een vreselijke manier. Opmerkelijk was dat de indertijd beroemde Nederlandse acteur Albert van Dalsum, die in november 1964 met zijn rol als King Lear in het gelijknamige toneelstuk van Shakespeare afscheid van de planken had genomen, met zijn karakteristieke stem de hoofdrol van de blinde rabbi in de productie van de BRT vertolkte. Op 3 en 5 april 1966 werd deze registratie van De corridor door de BRT uitgezonden. |
314, 3e rvo | Arine Buytendorp | Arina Buytendorp |
564, 14e rvo | Jan P.C.M. Jamssens | Jan P.C.M. Janssens |
598, noot 446 | Arine Buytendorp | Arina Buytendorp (hier op de pagina ‘Noten’ verbeterd) |
Addenda
Wijzigingen KANTL:
In Dubbellevens en op deze website is sprake van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL).
In het najaar van 2018 werden de traditionele kerntaken van de KANTL geherformuleerd en kwamen er enkele nieuwe kerntaken bij. Tevens werd de naam gewijzigd:
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde werd
Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren.
De KANTL legt zich immers toe op taal en letteren, wat ruimer is dan enkel taalkunde en letterkunde. De verkorting tot KANTL is ongewijzigd gebleven.
Aangezien tijdens het leven van Ward Ruyslinck en ook tijdens mijn onderzoek de Academie de oude naam droeg, is deze naam in het boek en op de website door mij gebruikt.
Een andere wijziging is dat de KANTL voortaan tot 40 leden kan worden uitgebreid (voorheen was dat 30).
In de zitting van de KANTL van januari 1994 hield Ward Ruyslinck als ondervoorzitter een herdenkingstoespraak ter nagedachtenis van Karel Jonckheere, waarin hij onder meer de eerste strofe van diens gedicht ‘Anchio’ citeerde. Dit gedicht schreef Jonckheere nadat hij in 1966 was gekozen tot lid van de Academie:
Ook ik ben lid van de Akademie
onsterfelijk tot aan mijn dood.
Nooit sterk in breuken
weet ik thans wat één dertigste is.
Uit de bundel: In de wandeling lichaam geheten, Manteau, 1969
Op het moment dat de wijziging van het aantal leden vergeten zal zijn, vallen de laatste twee regels helaas niet meer te begrijpen.