Omtrent een ontwerp-tekening van Erasmus Quellin

In januari 1977 verwierf het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen, door aankoop van mejuffrouw Caroline Lemmens uit Antwerpen, een vrijwel onbekende ontwerptekening van Erasmus Quellin (1607-1678), een ven Rubens’ begaafdste leerlingen, die vóór en vooral na de dood van de Meester een grote activiteit als boekillustrator ontwikkelde. Tussen ca. 1635 en 1666 tekende hij ontelbare frontispices, titelpagina’s, portretten, emblemen en vignetten ter illustratie van uitgaven van tal van drukkers waaronder Balthasar Moretus en Hiëronymus Verdussen.[i] In de verzamelingen van het Museum Plantin­-Moretus alleen al worden een 20-tal van dergelijke ontwerptekeningen bewaard, die door Balthasar Moretus bij Quellin waren besteld.

De tekening, die begin 1977 door het Prentenkabinet werd aangekocht, werd blijkbaar uitgevoerd in opdracht ven Hiëronymus Verdussen voor een van zijn hagiografische uitgaven. Zij diende, in koper gesneden door een onbekende graveur, tot titelprent van een werk dat de Leuvense augustijner monnik Joannes Rivius (of Jan Van Rivieren) in 1646 bij Verdussen publiceerde onder de titel Vitae Divi Aurelii Augustini Hipponensis Episcopi … Libri Quatuor.[ii]

De oorspronkelijke tekening, uitgevoerd met pen en penseel in bister, heeft als afmetingen 17,3 x 13,2 cm en is vrij representatief voor de werkwijze van Quellin als boekillustrator: alleszins sluit zij door de allegorische compositie en de ‘architectonische’ opvatting direct aan bij de Rubeniaanse traditie. Rond een centrale, architectonische lijst heeft de kunstenaar een aantal figuren en symbolische elementen afgebeeld die naar het leven en de theologische geschriften van de H. Augustinus verwijzen. Bovenaan, in een medaillon van palmbladeren, is de kerkvader zelf in buste geportretteerd. Links en rechts van de lijst, die met een bisschopsmijter bekroond is, staan allegorische vrouwenfiguren: links een vrouw die een vlammend, door pijlen doorboord hart – een van Auguetinu’ attributen – in de hand houdt en een slang, het zinnebeeld ven Satan, vertrapt; de rechter vrouw, die een ganzenveer in de hand heeft en met de rechter voet een personificatie van de ketterij vertrapt, stelt waarschijnlijk de Theologie voor. Op de architectonische voetstukken, links en rechtsonder, zijn respectievelijk afgebeeld : de Feniks, zinnebeeld van het lijden en de verrijzenis van Christus, en de adelaar, een ven de andere attributen van de H. Augustinus. In het midden onder, tussen beide voornoemde voetstukken, liggen de pauselijke tiara en de sleutels van Rome op een stapel boeken, die ongetwijfeld de verzamelde werken ven de kerkvader voorstellen. Links van het onderste boek leest men de signatuur ‘e. quell’. Ook op de voorzijde van de tekening, links onder, komt de naam ‘Quelinus’ (sic) in een oud (17de-eeuws?) handschrift voor.

Omtrent de herkomst van de tekening konden weinig of geen gegevens worden verkregen. Naar mejuffrouw Lemmens ons mededeelde zou de vorige bezitter de heer Jean-Luc Vercammen zijn geweest, een Belg die naar de Verenigde Staten emigreerde en thans te New York woont. Een archivalisch onderzoek leverde evenmin enig spoor op. De tekening wordt nergens vermeld, ook niet in de nalatenschap van Erasmus Quellin, waarvan de boedelbeschrijving werd gepubliceerd in het Antwerpsch Archievenblad, XXII, 1885, blz. 6/24.

Deze ontwerptekening mag alleszins beschouwd worden als een interessante aanwinst voor het Antwerpse Prentenkabinet, dat zich overigens in het bezit van negen andere originele tekeningen van Erasmus Quellin mag verheugen.

R. de Belser
adjunct-bibliothecaris Stedelijk Prentenkabinet.


[i] R. De Belser geeft hier een opsomming uitgevers voor wie Quellin illustraties maakte. Hij noemt naast Balthasar Moretus zijn belangrijkste concurrent Hiëronymus Verdussen en nog vijf andere concurrenten van de Officina Plantiniana te Antwerpen: Henricus Aertssens, Gerard van Wolsschaten, Cornelis Woons (op de Melck-marckt in de gulden Sterre), Joannes Meyssens (op de Eyermert inden goude Rexdalder), Martin Nutius (aux deux Cigoignes) en ook nog Joannes Mommartius te Brussel.

[ii] Volledige titel: Vitae Divi Aurelii Augustini Hipponensis Episcopi et Ecclesiae Doctoris Eximii, Ex Operibus eius concinnatae, rerumque ab eo gestarum & scriptarum. Libri Quatuor.

Exemplaren van deze uitgave bevinden zich o.a. in het Museum Plantin-Moretus, Antwerpen, het Ruusbroeo Genootschap, Antwerpen, en de Bibliotheek ven het Augustijnerklooster, Gent.