In de secundaire bibliografie zijn alle bij het onderzoek bekend geworden bronnen opgenomen in de navolgende rangschikking.
Geraadpleegde secundaire bibliografie | ||
genummerd | van – tot | |
1. | Literair leven (gepubliceerd in de periode van 1958-2018) | 1 – 81 |
2. – 40. | Recensies van 39 werken (chronologisch naar verschijning) | 82 – 390 |
41. | Ambtelijk leven (in de periode van 1950-1988) | 391 – 396 |
42. | Beeldende kunst (1971-1991) | 397 – 414 |
43. | Polemiek Drift en drek (1911-2009) | 415 – 420 |
44. | Anti-censuur acties (1968) | 421 – 426 |
45. | Rondom films en tv (in de periode van 1966-1995) | 427 – 457 |
46. | Met betrekking tot Brouwers – Ruyslinck (1977-2004) | 458 – 464 |
47. | Kort geding Dierenbescherming – In naam van de beesten (1976) | 465 – 480 |
48. | Diverse zaken en gebeurtenissen (1971-2018) | 481 – 499 |
Interviews: 114 geraadpleegde interviews in de periode van 1961 – 2006
Geraadpleegd beeldmateriaal: acht tv-fragmenten en films in de periode van 1966 -1990
Aanvullende (nog) niet gelezen secundaire bibliografie (1952-1992):
- Ward Ruyslinck, (literaire) portretten in naslagwerken, tijdschriften en essays
- Licentiaatsverhandelingen
- Algemene bijdragen over Ward Ruyslinck in tijdschriften en dagbladen
- Recensies van zijn literair werk
Geraadpleegde secundaire bibliografie | |
1 | Literair leven |
1. | F.D., ‘Antwerpse letterkundigen in dienst van het stadsbestuur: Ward Ruyslinck’. In: Sodipa 1958. |
2. | Piet Sterckx, ‘De tiende Ark-prijs voor de Antwerpenaar Ward Ruyslinck’. In: De Nieuwe Gazet, 13 juni 1960. |
3. | Jan Walravens, ‘Ward Ruyslincks novellenbundel De madonna met de buil bekroond. Tiende Ark-prijs van het Vrije Woord’. In: Algemeen Handelsblad. 18 juni 1960. |
4. | NN, ‘Sodipa-leden maken een goede beurt: collega Raymond De Belser werd als Ward Ruyslinck gehuldigd als tiende arklaureaat’. In: Sodipa, juli 1960. |
5. | Herman Teirlinck, Gerard Walschap, Ward Ruyslinck, Hubert Lampo, Ivo Michiels en Karel Jonckheere, ‘De Arkprijs 1960’. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, 14e jaargang, 1960/1961, nr.2, p. 224-236. |
6. | NN, ‘Vlamingen spraken voor ‘De Kring’ en ‘Kentering’, verslag van een uitverkochte boekenweekavond in Delft’. In: Het Vrije Volk, 4 april 1962. |
7. | P.I, ‘De bekende schrijvers Gerard Walschap en Ward Ruyslinck ondertekenden hun werken in Innovation’. In: De Volksgazet, 19 maart 1963. |
8. | (ds), ‘Ruyslinck en leger’. In: De Standaard, 22 augustus 1964. |
9. | NN, ‘Wij maakten kennis met Ward Ruyslinck in het Plantin-Moretus-museum te Antwerpen’. In: Ons Land, november 1964. |
10. | Tom Schalken, Ward Ruyslinck : Ontmoetingen. Literaire monografieën, N.V. Desclée De Brouwer, uitgevers, Brugge, 1966. |
11. | J.P.C.M. Janssens, ‘Ward Ruyslinck’. In: ‘b’annalen, tijdschrift van de Nijmeegse studentenvereniging Les Chevaliers de la Volière, 8 oktober 1966. |
12. | Willem v.d. Velden, ‘Ward Ruyslinck, ontmoeting’. In: De Stem, 12 november 1966. |
13. | NN, ‘Ward Ruyslinck in Goes: bibliotheek was druk bezet’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14 november 1968. |
14. | NN, ‘Bibliotheek Goes: Ward Ruyslinck over zelfportret van satiricus’. In: De Stem, 14 november 1968. |
15. | Marg. Ferguson, ‘Ruyslinck las uit eigen werk’. In: Het Vaderland, 30 maart 1968. |
16. | Y.P., ‘Ruyslinck gast van Belgische Vriendenkring’. In: Haagsche Courant, 30 maart 1968. |
17. | Tom Schalken, ‘Essay’. In: 40+ literaire radioportretten. Amsterdam: CPNB-uitgave, p. 95-98, Boekenweek 1969. |
18. | R. SCH., ‘Pak vast schrijver, pak vast minister’. In: kroniek der dode zielen, ’t Pallieterke, 20 november 1969 (over de vertaling van ‘Het rode boekje van de seksuele revolutie’, n.a.v. M. Van Nieuwenborgh’s artikel boekenbeursstunt ’69 en het verhaal over Alkibiades). |
19. | Jean Dideral, La grande peur des bien-mangeants, Editeur: Pierre Jean Oswald, 1970. |
20. | Frans De Bruyn, ‘Het rode boekje van de seksuele revolutie’. In: Volksbelang, het orgaan van het Liberaal Vlaams Verbond, 93ste jrg. nr. 3, 4 februari 1970. |
21. | Frans Heymans, ‘I. Ward Ruyslinck, de auteur en zijn werk, II. Bibliografische aantekeningen, In bijlage: III. Vragen en opgaven, IV. Woordverklaring’. In: De pogrom, De stemmer, De sneeuwbui. Leuven: Boekengilde De Clauwaert, 1971. |
22. | G. Claes, ‘Gruppenbild mit Dame Ward Ruyslinck vertaalt nieuwe roman van Heinrich Böll’. In: Gazet van Antwerpen, 23 augustus 1971. |
23. | Marcel Janssens, ‘Ruyslinck doorgelicht’. In: Ons Erfdeel. Jaargang 15, 1972. |
24. | Wim Hazeu, ‘Populaire Vlaamse schrijver Ward Ruyslinck doorgelicht’. In: Haagsche Courant, 8 augustus 1972. |
25. | Henri-Floris Jespers, ‘En thriller in de Kempen. Romancier Ward Ruyslinck krijgt vreemde telefoontjes’. In: Elsevier Weekblad, 2 juli 1973. |
26. | Aarnout de Bruyne, ‘De pariabescbermer, een motief in het oeuvre van Ward Ruyslinck’. In: De Vlaamse Gids, jrg. 57, nr. 12, december 1973, p. 30-42. |
27. | Ward Ruyslinck. Profielreeks, Manteau, Brussel & Den Haag, 1973.
Met beschouwingen (deels en voor zover niet elders genoemd): J. Roeland-Vermeer, ‘Fundamenteel pessimisme’ (Kultuurleven, nr. 3, 1960). C.J.E. Dinaux, ‘Een geëngageerd auteur’ (Weerklank, Heideland, Hasselt, 1965). Jan Greshoff, ‘Een geboren romancier’ (Het Vaderland, 11 juli 1964). Paul de Wispelaere, ‘Gekwetst humaan gevoel’ (Kunst van nu, september 1965). Han Berghuis, ‘Een weerbarstig auteur’ (De Volkskrant, 13 november 1965). B.F. van Vlierden, ‘Gekwetste opstandigheid’ (Van In ’t Verwonderjaer tot De Verwondering, 1969). Uit buitenlandse kranten (over vertaling van zijn werk): Ch. Leroux, ‘Indringend scheppend vermogen’ (Le peuple, 12 maart 1963). Uit Deutsche Tagespost, 1962, ‘De ongeschminkte mens’. A. Bungert, ‘Nabij de Russen…’ (Rheinischer Merkur, 4 september 1964). Stukjes uit Times Literary Supplement en Scotsman, 1968. Ion Caraion, ‘Uitzonderlijk episch talent’ (România Literară, maart 1972) |
28. | J.G.M. Weck, W.C.M. Groutars-Poeth en B.W.M. Weck-v.d. Biggelaar, W. Jacques Kersten, In contact met het werk van moderne schrijvers, deel 5: Ward Ruyslinck, Uitg. W. Versluys, Amsterdam/Antwerpen, 1974. |
29. | Serge Govaert, ‘Twee schrijvers tegen de vervreemding’. In: Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel, jrg. 17, nr. 4, 1974. |
30. | Marcel Janssens, Ward Ruyslinck, Monografie in de serie Monografieën over Vlaamse Letterkunde, Uitg. De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen/Amsterdam – Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, 1976, p.40. |
31. | Serge Govaert, ‘Ward Ruyslinck en Ivo Michiels: existentieel schrijven?’. In: Spiegel der Letteren, jrg. 18, 1976. |
32. | R.F. Lissens, ‘Begroeting van R. De Belser (Ward Ruyslinck) als lid van de Academie’, KANTL jaarboek 1977, p. 156-160. |
33. | Gewikt en gewogen. Kritische opstellen over Ward Ruyslinck, Manteau, 1977
Met: Aarnout de Bruyne, ‘De paria op weg van buiten- naar binnenwereld, een weg tot een indeling van Ward Ruyslincks oeuvre’ (p. 5-44). Willy Coolsaet, ‘Ward Ruyslincks metafysisch drama van absolute zinloosheid’ (p. 45-67). Ook in: Nieuw Vlaams Tijdschrift, april 1974. Bernard Kemp, ‘Ward Ruyslinck en de creatieve moraliteit’ (p. 68-84). Ook in: De Vlaamse gids, jrg. 57, december 1973. Lieve Scheer, ‘Medemens en maatschappij bij Ruyslinck’ (95-98). Ook in: Werk van nu 2, Manteau, 1967, p. 67-79 en Streven, jrg. 20, deel II nr. 11-12, augustus-september 1967. Ludo van den Wijngaert, ‘Ward Ruyslinck: Totaal-zijn door kosmische religiositeit’ (p. 99-112). Paul de Wispelaere, ‘Drie facetten van Ruyslinck: sociale kritiek, romantiek en relativerende ironie’ (p. 113-125) |
34. | Aarnout de Bruyne, Monografie Ward Ruyslinck, in de serie Grote ontmoetingen, Literaire Monografieën, N.V. Desclée De Brouwer, uitgevers, Brugge, Uitg. B. Gottmer, Nijmegen / Uitg. Orion, Brugge, 1977, 109-p. |
35. | Fred de Swert, Zes auteurs in beeld, Het Spectrum, Antwerpen, 1977, p. 76-102. |
36. | Eric Rinckhout, ‘Ruyslinck, Cox, Belser, Sondag en de andere vermommingen van Raymond de Belser’. In: Yang, jrg. 15, 1979. |
37. | Monique Janssens, Raymond De Belser alias Ward Ruyslinck. Leven en Werk. Licentiaatsverhandeling, Université Catholique de Louvain, 1979. |
38. | NN, ‘Vorstenpaar en eerste minister op Akademiezitting’. In: Gazet van Antwerpen, 19 juli 1979. |
39. | G. Claes, ‘Met ons vorstenpaar in het groen van Beauvoorde’. In: Gazet van Antwerpen, 20 juli 1979. |
40. | NN, ‘Europalia lauwert’. In: De Standaard, 23 oktober 1980 |
41. | Daan Cartens e.a.: Over Ward Ruyslinck. Beschouwingen en interviews, Uitg. BZZTôH, De Haag, 1982. |
42. | NN, ‘Ruyslinck Ward’ . In: Grote Winkler Prins Encyclopedie in 25 delen, Deel 19 rans – salz, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1982. |
43. | NN, Ward Ruyslinck. Een introductie, Manteau, 1983. (incl. foto’s) |
44. | NN, ‘De literaire prijs van OH-Magazine’. In: OH-Magazine, december 1983. |
45. | NN, ‘Ruyslinck gastspreker in Zweden’. In: De Nieuwe Gazet, 7 maart 1983. |
46. | NN, ‘Kunstenaars aan het hof’, (foto Ward Ruyslinck en Maria Rosseels in gesprek met Koning Boudewijn van Marc Cels op voorpagina). In: De Standaard, 1 februari 1985. |
47. | NN, ‘Koning en koningin wonen viering van Akademie bij’. In: De Standaard, 16 oktober 1986 (Ward Ruyslinck zit aan de rechterhand van de koning, foto rol). |
48. | Joris Gerits, ‘Ruyslinck, Ward’. In: Geboekstaafd, Vlaamse Prozaschrijvers na 1945, Leuven, Davidsfonds,1988 |
49. | Paul van Aken. ‘Robopaten in het werk van Ward Ruyslinck’. In: Ons Erfdeel, 1989, jg. 32, nr. 3, 1989, p.389-395. |
50. | NN, Uitnodiging van Uitgeverij Manteau voor de erelunch ter ere van de zestigste verjaardag van Ward Ruyslinck op 20 juni 1989; viergangenmenukaart. |
51. | Mark Vlaeminck, ‘Wierook voor Ward’. In: Het Nieuwsblad, 21 juni 1989. |
52. | J.Vr., ‘Wierook en bloemen voor zestigjarige Ward Ruyslinck. Feestelijke Huldezitting te Antwerpen’. In: Gazet van Vlaams-Brabant, 21 juni 1989. |
53. | Profiel Ward Ruyslinck, Manteau, Antwerpen/Amsterdam, 1992. met o.a.: Joris Gerits, ‘Ward Ruyslinck: “Ik ben een schrijver en schrijvers proberen zich te profileren, zich zichtbaar te maken, hun eigen binnenste op te voeren”’, interview, Christiaan Germonpré, ‘Bibliografie’. |
54. | drs. P. A. Zevenbergen, ‘Het proza van de paria Ruyslinck’. In: Reformatorisch Dagblad, 17 juni 1994 |
55. | drs. P. A. Zevenbergen, ‘Fabels door ’t christendom aangepraat’. In: Reformatorisch Dagblad, 17 juni 1994 |
56. | Koen Vermeiren ‘Tégen het kortetermijngeheugen’. In: Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, het Kwartaalschrift voor kunst en letteren, 17e jg., nr. 63, zomer 1999 |
57. | Paul van Aken ‘Brief aan Ward’. In: Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, het Kwartaalschrift voor kunst en letteren, 17e jg., nr. 63, zomer 1999 |
58. | Aarnout de Bruyne ‘De achilleshiel van de auteur’. In: Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, het Kwartaalschrift voor kunst en letteren, 17e jg., nr. 63, zomer 1999 |
59. | Ellen Nap, ‘Zeventig illusies armer’. In: Hervormd Nederland, 28 augustus 1999. |
60. | Bart Alleman, ‘Er is niets positiefs aan iemands dood. Maar ik durf te zeggen dat ik me na verloop van tijd opgelucht voelde’. In: Dag Allemaal, 7 september 1999. |
61. | Werner Waterschoot, ‘Huldeadres aan zijn voorganger in de Academie, Ward Ruyslinck’. In: Academie Jaarboek 2001 (KANTL), p. 96-102. |
62. | Joris Gerits, ‘Over Ward Ruyslinck’. In: De stille zomer, Vlaamse Bibliotheek | 24, Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 2002, p. 85-93, |
63. | Diverse schrijvers en beeldend kunstenaars, De kleuren van de schrijver, een hommage aan Ward Ruyslinck, Manteau/Standaard en Cultureel Web Meise, 2004. Uitgegeven ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Ward Ruyslinck. |
64. | NN, ‘Huldigingen van Ward Ruyslinck’. In: Gemeentelijke Infokrant Meise februari 2004. |
65. | Ludo Dosogne, ‘Meise viert 75ste verjaardag van Ward Ruyslinck’. In: Randkrant, februari 2004. |
66. | NN, ‘75ste verjaardag Ward Ruyslinck’. In: Academie-Berichten, KANTL, oktober 2004-januari 2005. |
67. | NN Korte berichten, ‘Provincie lauwert Ruyslinck en Note’. In: Gazet van Antwerpen, 27 oktober 2004. |
68. | Jean-Paul Mulders, ‘Ward Ruyslinck, verguisd maar straks weer even gevierd’. In: Het Laatste Nieuws, 20 en 21 november 2004. |
69. | Raf Weverberg, ‘Het is hopeloos. we zijn in een wereld van waanzin terecht gekomen’. In: Humo, 23 november 2004. |
70. | Dirk Leyman, ‘Ward Ruyslinck. Schrijver wordt 75 jaar’. In: De Morgen, 4 december 2004. |
71. | NN, Programmaboekje, ‘Ward Ruyslinck. Hulde aan een levende legende in de Vlaamse opera’, Koninklijke Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent, 4 december 2004, en ‘De kleuren van de Schrijver een plastisch eerbetoon’ in het gebouw van de Academie. |
72. | Marcel Janssens, ‘Bekeken vanuit Het reservaat’. In: Academie Jaarboek 2005, p 127-130 . |
73. | Juryrapport, ‘Ward Ruyslinck, Provinciale Prijs voor Letterkunde 2004 voor een gezamenlijk oeuvre’. In: programmaboek Uitreiking culturele prijzen Provincie Antwerpen. In het kader van de viering ‘150 jaar Emile Verhaeren’, Kasteel d’Ursel, Hingene, 21 mei 2005. |
74. | Lionel Deflo, ‘Jan Vanriet tekende Ward Ruyslinck’. In: Vlaanderen, jrg. 57, 2008 |
75. | Arjan Peters, ‘Postuum Ward Ruyslinck. Of: Raymond Charles Marie De Belser’. In: De Volkskrant, 6 oktober 2014. |
76. | Maarten Moll, ‘Ward Ruyslinck 1929-2014. Altijd in verzet tegen onderdrukking’. In: Het Parool, 6 oktober 2014. |
77. | Kester Freriks, ‘Grote held van de leeslijst. Necrologie: Ward Ruyslinck (1929-2014)’. In: NRC, 6 oktober 2014. |
78. | NN, ‘Ik ben getrouwd met mijn idool’, interview Monika Macken. In Het Laatste Nieuws, 6 oktober 2014. |
79. | André Mes, ‘Ward Ruyslinck’, ingezonden brief. In: De Volkskrant, 9 oktober 2014. |
80. | Dirk de Geest, Gij zijt allemaal welgekomen! Basiel de Craene en de Vlaamse Poëziedagen, Poëziecentrum. Gent / Letterenhuis, Antwerpen, 2017. |
81. | Jan Vanriet, Radeloos Geluk, Hollands Diep, Amsterdam, 2018. |
2 | De citer van Tijl |
82. | J. Bus, ‘Ward Ruyslinck. De citer van Tijl. In: Boekengids, juli-augustus 1951. |
83. | Profje, over De citer van Tijl. In: ’t Pallieterke, 9 augustus 1951. |
84. | Sirius, over De citer van Tijl. In: De Standaard, (datum knipsel onbekend). |
85. | Pieter G. Buckinx, ‘De citer van Tijl door Ward Ruyslinck’. In: De Periscoop, jrg. 2, nr. 1, 1 november 1951. |
3 | Het huis onder de beuken |
86. | J. Bus pr., ‘Het huis onder de beuken’. In: Boekengids, juni 1952 |
87. | Karel Jonckheere, ‘Kroniek van de poëzie. Herwaarts van het woord’. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, jrg. 7p. 940-941, 1953 . |
88. | Urbain van de Voorde, ‘Het huis onder de beuken’. In: De Standaard, 31 januari 1953. |
4 | De essentie van het zwijgen |
89. | J. Bus pr., ‘De essentie van het zwijgen‘. In: Boekengids, mei 1954 |
5 | Fanaal in de mist |
90. | Juliaan Haest, ‘Ward Ruyslinck: Fanaal in de mist’. In: Boekengids, oktober 1956. |
6 | De ontaarde slapers |
91. | Hubert Lampo, ‘Gunstig vooringenomen zonder te lezen’. In: Volksgazet, 25 april 1957 |
92. | Maurice Roelants, ‘Nieuw Vlaams proza: Ward Ruyslinck’s verrassing’. In: Elsevier Weekblad, 6 mei 1957. |
93. | C.J.E. Dinaux, ‘Vlaamse prozaschrijvers – Een bloemlezing en een roman’. In: Haarlems Dagblad, 17 mei 1957. |
94. | Clara Eggink, ‘Een zoeklicht op de boekenmarkt. De ontaarde slapers’. In: Leidsch Dagblad, 25 mei 1957. |
95. | Jan Walravens, ‘Vlaamse nieuwelingen en een nieuwe roman van Maurice D’Haese’. In: Algemeen Handelsblad, 22 juni 1957. |
96. | Kees Fens, ‘Hoop op het grote avontuur. Roman na roman’. In: De Linie, 20 juli 1957. |
97. | Remi van de Moortel, Kroniek van het Proza ‘De besloten Wereld van twee kleine Mensen: De ontaarde slapers’. In: De Landwacht, 21 juli 1957. |
98. | M. Beinema, ‘Nieuw Vlaams Proza: Vlucht voor het leven’. In: Nieuwe Leidsche Courant, 3 augustus 1957. |
99. | Jan Greshoff, ‘Een boedelstaat van alle denkbare ellende’, in: Het Vaderland, 17 augustus 1957 |
100. | Marcel Polfliet, ‘De ontaarde slapers’. In: Parochiebladen, 25 augustus 1957. |
101. | Albert Westerlinck, ‘Vlaams proza. Twee opmerkelijke debuten’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 102, oktober 1957. |
102. | Willem Brandt, ‘Ward Ruyslinck: De ontaarde slapers’, in: Deventer Dagblad, 21 augustus 1965. |
7 | Wierook en tranen |
103. | W. Wagener, ‘Europees niveau in Vlaamse letteren: Wierook en tranen van Ward Ruyslinck’. In: Rotterdams Nieuwsblad, 6 december 1958. |
104. | M. Beinen, ‘De zuiverende tijd’. In: Nieuwe Leidsche Courant, 7 februari 1959. |
105. | C.J.E. Dinaux, ‘Integrerend realisme in een kleine roman van Ward Ruyslinck’. In: Haarlems Dagblad, 21 maart 1959. |
106. | Jan Spierdijk, ‘Ontaarde slapers en Wierook en tranen. Ward Ruyslinck: nieuwe belofte voor Vlaams proza’. In: De Telegraaf, 9 april 1959. |
107. | J. Greshoff. ‘Geslaagd schrijverschap in Wierook en tranen’. In: Het Vaderland, 18 april 1959. |
108. | Lieve Scheer, ‘Proza van Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 104, nr. 5. 1959. |
109. | Raymond Brulez, ‘Vlaamse novellenschrijvers Jos Vandeloo en Ward Ruyslinck’. In: Hel Laatste Nieuws, 18 juni 1959. |
110. | K. de B., ‘Ward Ruyslinck Wierook en Tranen’ In: Gereformeerd Gezinsblad, 11 januari 1965. |
111. | H. Westerink, ‘Wierook en tranen’. In: Nederlands Dagblad, 26 januari 1970 |
112. | Jan Emiel Daele, Omtrent Wierook en tranen van Ward Ruyslinck, Manteau, Brussel/Den Haag 1975. |
8 | De madonna met de buil |
113. | Piet Sterckx, ‘Tentoonstelling Richard de Bas in het Museum Plantin-Moretus’, (ontmoeting met R. De Belser over het verhaal ‘De overspeligen in het koningsgraf’). In: De Nieuwe Gazet, 21 mei 1959. |
114. | C.J.E. Dinaux, ‘Ward Ruyslinck en de kunst van het “atmosferische” woord’. In: Haarlems Dagblad, 28 november 1959. |
115. | Hubert Lampo. ‘Zonder slag om de arm’. In: De Volksgazet, 3 december 1959. |
116. | NN, ‘Een meesterlijke novelle’. In: krantenknipsel over ‘De overspeligen in het koningsgraf’. |
117. | Hans Roest, ‘Nieuwe verrassing uit Vlaanderen. Zes prachtige novellen van Ward Ruyslinck’. In: Delfts Katholiek Dagblad, 15 januari 1960. |
118. | Wh., ‘Prachtig romandebuut van Chris Yperman. Opmerkelijke novellen van Ward Ruyslinck’. In: Delftsche Courant, 6 februari 1960. |
119. | Kees Fens, ‘Het tijdeloze in verhalen van Ward Ruyslinck’, In:
De Linie, 13 februari 1960. |
120. | R. Boltendal, ‘Boeken van vier Vlamingen’. In: Friese Koerier, 21 januari 1961. |
121. | NN, ‘Een meesterlijke novelle’. In: krantenknipsel over ‘De overspeligen in het koningsgraf’. |
122. | Willem v.d. Velden, ‘Wandeling door de maandbladen’. In: De Stem, 29 april 1961. |
123. | Hans Werkman, ‘De madonna met de buil’. In: Nederlands Dagblad, 23 juli 1977. |
9 | Het dal van Hinnom |
124. | J.W., ‘Het dal van Hinnom’. In: Het Parool, 2 december 1961. |
125. | W.S., ‘Het dal van Hinnom’. In: Nieuwe Leidsche Courant, 9 december 1961. |
126. | Paul de Wispelaere. ‘Het dal van Hinnom’. In: Het Perzisch tapijt. Amsterdam: De Bezige Bij, 1966, p. 174-182. Eerder in: In: De Vlaamse Gids, jrg. 45, nr. 12, december 1961, p. 850-852. |
127. | Maurice Roelants, ‘Hoe lelijker hoe mooier. Doffe ellende in nieuwe roman van Ruyslinck’. In: Elsevier, 16 december 1961. |
128. | Lieve Scheer, ‘Dossier tegen de “God van de wormen”, bij een aangrijpend boek van Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 107, nr. 8, p. 587-605, 1962. |
129. | J.J.D. Rijk, ‘Zwelgen in de ellende’. In: Hollands Maandblad, jrg. 4, 1962-1963. |
130. | Paul Haimon, ‘Het dal van Hinnom. Ward Ruyslinck: groot talent en natuurlijk pessimist’. In: Limburgs dagblad, 13 januari 1962. |
131. | Gerard Knuvelder, ‘De schrijver is geen dictafoon’. in De Tijd-De Maasbode, 17 februari 1962. |
132. | Wim Hazeu, ‘Ward Ruyslinck: auteur met weergaloze vaardigheid. In Het dal van Hinnom keert het thema van de zinloosheid telkens terug’. In: Delftsche Courant, 24 februari 1962. |
133. | R., Het boek van de maand, ‘Kanttekeningen bij Ward Ruyslinck’s jongste roman Het dal van Hinnom’. In: De Periscoop, april 1962. |
134. | Jan Greshoff, ‘Het dal van Hinnom Roman met bewonderenswaardige partijen doch met neiging tot overdrijven’. In: Het Vaderland, 7 april 1962. |
135. | NN, ‘Korte commentaren: De honden blaffen, de karavaan trekt voorbij!’. In: De Volksgazet, 15 februari 1962. |
136. | E. Rinchout (sic), ‘Ruyslinck op de wip tussen experiment en traditie: structurele aspecten van Het dal van Hinnom’. In: Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel, jrg. 20 nr.1, 1978. |
10 | De stille zomer |
137. | Hubert Lampo. ‘De tweede weg’. In: De Volksgazet, 29 november 1962. |
138. | Jan Spierdijk, ‘Ward Ruyslinck en Jos Vandeloo reageren op de wereld van vandaag. Interessante visie van Vlamingen’. In: De Telegraaf, 20 december 1962. |
139. | Lieve Scheer, ‘Verhalen van Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 108, nr. 5, p. 372-376, 1963. |
140. | L.Th. Lehmann, ‘Van De stille zomer tot Een dagje aan het strand’. In: Vrij Nederland, 19 januari 1963. |
141. | Kees Fens, ‘De kracht van vertellers. Verhalen van Ruyslinck, een roman van Carlier’. In: De Tijd-Maasbode, 26 januari 1963. |
142. | B.F. Van Vlierden, ‘De wereld st . . . . De stille zomer door Ward Ruyslinck’. In: Streven, maandblad voor geestesleven en cultuur, jrg. 16, p. 450-454, februari 1963. N.B. Op de omslag ‘Voor Ward’ van de overdruk van dit artikel schreef Van Vlierden met pen op de puntjes na st ‘inkt’ met de verklaring: ‘redactieschroom’. |
143. | Willem M. Roggeman, ‘Nieuwe verhalen van Ward Ruyslinck De stille zomer’. In: Het Laatste Nieuws, 3 februari 1963. |
144. | Wh., ‘Ruyslinck en Vandeloo: nog geen meesterwerken. “Op zoek naar de verloren mens”’. In: Delftsche Courant, 21 februari 1963. |
145. | J. Greshoff. ‘Vertellingen van Ward Ruyslinck. Vele letterkundige deugden doch gebrek aan eenvoud’. In: Het Vaderland, 16 maart 1963. |
146. | G.W.H., ‘Nieuw Vlaams proza’. In: Nieuwe Rotterdamse Courant, 30 maart 1963 |
147. | NN, ‘Lust in lusteloosheid. Sterke korte verhalen van Ward Ruyslinck’. In: Limburgs Dagblad, 21 augustus 1963. |
148. | Eric van der Steen, ‘Vlamingen met fantasie’. In: Het Parool, 2 mei 1964. |
149. | Willy Spillebeen, ‘Kulturele kroniek. Prijs van de Vlaamse lezer 1964 voor Ward Ruyslinck’. In: Ons Erfdeel, jrg. 8, 1965, nr. 3. |
150. | E. Rinckhout, ‘Vooroorlogse kwaliteit: structurele aspecten van Ruyslincks De stille zomer’. In: Tijdschrift van de Vrije Universiteit Brussel, jrg. 20 nr.2, 1978. |
11 | Het reservaat |
151. | H.L. (Hubert Lampo), ‘Ward Ruyslinck. Het reservaat’. In: Volksgazet, 23 april 1964. |
152. | Eric van der Steen, ‘Vlamingen met fantasie’. In: Het Parool, 2 mei 1964. |
153. | Jan Walravens, ‘Het reservaat – nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Algemeen Handelsblad, 9 mei 1964 |
154. | K.F. [Kees Fens], ‘Witte olifant’. In: De Tijd-De Maasbode, 20 mei 1964. |
155. | Wim Hazeu, ‘Ward Ruyslinck en het geestelijk engagement. Het reservaat, goed gecomponeerde, overtuigende roman’. In: Delftsche Courant, 11 juni 1964. |
156. | Paul Haimon, ‘Etische boodschap in Het reservaat. Ward Ruyslinck: totalitair systeem bedreigt demokratie’. In: Limburgs Dagblad, 12 juni 1964. |
157. | Paul Hardy, ‘Pleidooi voor het individu. Ward Ruyslinck: Het reservaat’. In: Gazet van Antwerpen, 16 juni 1964. |
158. | B.F. Van Vlierden, ‘Het achterhoedegevecht van W. Ruyslinck’. In: Streven, maandblad voor geestesleven en cultuur, jrg. 17, juli 1964. |
159. | J. Greshoff. ‘Ontmenselijking van de mens. Mengeling van strekkingroman en conte philosophique. Het Reservaat van Ward Ruyslinck’. In: Het Vaderland, 11 juli 1964. |
160. | Jan Spierdijk, ‘Gruwelijk “toekomstbeeld” van Ward Ruyslinck. Het Reservaat nieuwe roman van Vlaming’ In: De Telegraaf, 1 augustus 1964. |
161. | B. Roest Crollius, ‘Virtuose roman over robotmaatschappij’. In: Algemeen Dagblad, 17 oktober 1964. |
162. | M. Sybr. Koops, ‘Nieuw werk van Ruyslinck, Raes en Schouwenaars’. In: Het Vrije Volk, 14 november 1964 |
163. | L. Th. Lehmann, ‘Ruyslinck: Het reservaat’. In: Vrij Nederland, 20 maart 1965. |
164. | NN, ‘Scheldemond brengt unieke toneelavonden in Vlissingen. Auteur zal zelf ook present zijn’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 14 maart 1972. |
165. | NN, ‘Toneel totaal met koor, orkest en ballet. Flesj presenteerde Het reservaat van Ruyslinck op schoolavond Scheldemond’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 17 maart 1972. |
166. | NN, ‘Aarnout de Bruyne, leraar Nederlands schreef toneelstuk voor leerlingen. Scholengemeenschap Scheldemond voerde Vandaag of morgen op’. In: Scheldebode, 17 april 1974. |
167. | Maarten van Boxtel, Verdrukking der Muzikanten en Poëten – Een structuur-analyse van Ruyslinck’s Het reservaat op muzikale grondslag. Scriptie begeleid door Freek de Leeuw en Lou de Jonge, Tilburg, 2 december 1980. |
168. | Jeroen de Preter, ‘Het reservaat revisited’. In: De Morgen, 4 december 2004. |
12 | De paardevleeseters |
169. | Tom Schalken, ‘De paardevleeseters’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 110, p 595-598, 1965. |
170. | Kees Fens, ‘Met en zonder leesplezier. Proza van drie Vlamingen’. In: De Tijd-De Maasbode, 31 juli 1965 |
171. | A.K., ‘Nieuw proza uit Vlaanderen’. In: Het Vrije Volk, 28 augustus 1965. |
172. | C. Rijnsdorp, ‘De paardevleeseters. Vakkundig, maar traditioneel’. In: Nieuwe Leidsche Courant, 28 augustus 1965. |
173. | Jan Spierdijk, ‘Nieuwe verhalenbundel van Ward Ruyslinck. Titelverhaal het beste’. In: De Telegraaf, 4 september 1965. |
174. | J. van de Walle, ‘De Paardevleeseters en woningnood in Nederland’. In: Amigoe di Curaçao, Willemstad, 7 september 1965. |
175. | Wim Hazeu, ‘Vertalen en bloemlezen. De paardevleeseters, nieuwe bundel van Ruyslinck’. In: Delftsche Courant, 8 oktober 1965. |
176. | Jaap Joppe, ‘Goede en slechte korte verhalen van een zelfde schrijver. Henk Romijn: Duivels oorkussen, Ward Ruyslinck: De paardevleeseters’. In: Het Nieuwsblad, 16 oktober 1965. |
177. | Hans Berghuis, ‘Genegenheid, vermomd als satire’. In: De Volkskrant, 13 november 1965. |
178. | NN, ‘Vandeloo en Ruyslinck: demonstratie van Vlaams verteltalent’. In: Letterkundige kroniek. Nieuwe Rotterdamse Courant, 29 januari 1966. |
179. | NN, ‘Van Dalsum akteur in luisterspel’. In: De Standaard, 22 maart 1966. |
180. | NN, ‘Vlaamse verhalen’. In: Leeuwarder Courant, 7 juni 1966. |
13 | Golden Ophelia |
181. | Paul de Wispelaere, ‘Ward Ruyslinck, Golden Ophelia’. In: Het Vaderland, 11 november 1966. |
182. | Bernard Kemp, ‘Ruyslinck schiep een verrukkelijke Ophelia’. In: De Standaard, 10 december 1966. |
183. | Kees Fens, ‘Zeven geestige knaapjes van Astère Michel Dhont. Mythe en werkelijkheid’. In: De Tijd-Maasbode, 7 januari 1967. |
184. | Carel Peeters, ‘Ruyslinck en de volledige mens’. In: Het Parool, 14 januari 1967. |
185. | M. Sybr. Koops, ‘Vlaams proza van zeer verschillende kwaliteit’. In: 28 januari 1967. |
186. | Jan Elemans, ‘Golden Ophelia. Slechts de geur van het geluk’. In: Brabants Dagblad, 22 juli 1967 |
187. | Lieve Scheer, ‘Een nieuwe Ruyslinck ?’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 112, p. 129-132, 1967. |
188. | J.G. de Haas, ‘Boekbespreking, Golden Ophelia’. In: Nieuwsblad van het Noorden, 30 juli 1968 |
189. | Wim Hazeu, ‘Relativerend engagement van Ward Ruyslinck’. In: Delftsche Courant, 21 januari 1969. |
14 | Het ledikant van Lady Cant |
190. | D.O., ‘Het ledikant van Lady Cant, Ward Ruyslinck spot met modeschrijvers’. In: Het Binnenhof, 30 november 1968 en Leidse Courant, 4 december 1968. |
191. | Tom Schalken, ‘Het ledikant van Lady Cant; persiflage van Ward Ruyslinck’. In: De Gelderlander, 9 april 1968 |
192. | Jan Spierdijk, ‘Ironie en gevoel in nieuwe roman van Ward Ruyslinck. Ironie voert boventoon’. In: De Telegraaf, 26 april 1968. |
193. | Bernard, ‘Ruyslinck mee op vakantie’. In: De Standaard, 27 april 1968. |
194. | Hans Warren, ‘Ward Ruyslinck: Het ledikant van Lady Cant’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 4 mei 1968. |
195. | P.M. Morel, ‘Mislukte scherts van Ruyslinck’. In: De Tijd, 4 mei 1968. |
196. | Paul de Wispelaere, ‘Persiflage en humor bij Campert en Ruyslinck’. In: Het Vaderland, 10 mei 1968. |
197. | C,J.E. Dinaux, ‘Ward Ruyslinck gleed uit op zijn eigen vaardigheid. Het ledikant van Lady Cant: mislukte persiflage’. In: Utrechts Nieuwsblad, 25 mei 1968. |
198. | Fons Sarneel, ‘Ward Ruyslinck houdt het veilige midden’. In: De Volkskrant, 13 juli 1968. |
15 | De Karakoliërs |
199. | Dries Janssen, ‘Weer een divertimento van Ward Ruyslinck, of steekt er meer achter?’ In: Het Belang van Limburg, 22 juli 1969. |
200. | Fernand Auwera, ‘Ward Ruyslinck is moe’. In: De Nieuwe Gazet, 24 juli 1969. |
201. | Willem M. Roggeman, ‘Ruyslincks hekelt België’. In: Het Laatste Nieuws, 14 augustus 1969. |
202. | J.J. Wesselo, ‘De verzamelde gedachten van Ward Ruyslinck’. In: Raam, nr. 58, oktober 1969. |
203. | Piet van Aken, ‘Waar virtuositeit een euvel wordt’. In: Volksgazet, 20 november 1969. |
204. | Paul de Wispelaere, ‘Humor en persiflage als engagement’. In: Het Vaderland, 19 juli 1969 |
205. | Han Jonkers, ‘Land van heiligen, witlof en wielrenners, nieuwe satire van Ward Ruyslinck’. In: Eindhovens Dagblad, 19 juli 1969. |
206. | Astère Michel Dhondt, ‘Ruyslincks nieuwe roman: satire op België’. In: Nieuwe Rotterdamse Courant, 26 juli 1969. |
207. | Bert Japin, ‘Vier schrijvers tonen fantasierijk talent’. In: De Telegraaf, 26 juli 1969 |
208. | Hans Warren, ‘De spiegel van Ruyslinck: De Karakoliërs, uitstekende satiriek’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 26 juli 1969. |
209. | Wim Hazeu, ‘Ward Ruyslinck met satirisch beeld van België’. In: Haagsche Courant, 30 augustus 1969. |
210. | H.E., ‘Met Goem van Sukadië in het land der blanken’. In: De Stem, 30 augustus 1969. |
211. | Joh. v.d. Woude, ‘De Karakoliërs. Hoe een ‘primitief’ land te winnen voor de consumptiemaatschappij’. In: Nieuwsblad van het Noorden, 13 september 1969. |
212. | Alfred Kossmann, ‘Spotten met jonge staten’. In: Het Vrije Volk, 13 september 1969. |
213. | Tom Schalken, ‘Ruyslincks De Karakoliërs in te mooie vorm’. In: De Gelderlander, 18 december 1969 |
16 | De Apokatastasis of het Apocriefe boek van Galax Niksen |
214. | Jeroen Brouwers, ‘Ruyslinck op de erotische toer …’. In: ‘Literair journaal’ De Nieuwe Gazet, 24 april 1970. |
215. | Peter van Eeten, ‘kitsch met bijbelsaus’. In: NRC, 15 augustus 1970. |
216. | Willem M. Roggeman, ‘Ruyslincks satire op de seksroman’. In: Het Laatste Nieuws, 3 september 1970. |
217. | Frans Heymans, ‘Ward Ruyslinck’. In: Elsevier Weekblad, 10 oktober 1970. |
218. | W.G. van Maanen, ‘Ward Ruyslinck lacht als boer met kiespijn’. In: Utrechts Nieuwsblad, 2 november 1970. |
219. | Willem Enzinck, ‘Rijk, fascinerend werk van Ward Ruyslinck’. In: De Telegraaf, 27 juni 1970. |
17 | Neozoïsch: Parapoëtische montages’ |
220. | Clem Schouwenaars, ‘Ward Ruyslinck: Neozoïsch. Parapoëtische montages’. In: De Nieuwe Gazet, 29 juli 1971. |
221. | Mark Danguin. ‘Ward Ruyslinck opnieuw dichter?’. In: Vooruit, 30 september 1971. |
222. | Willy Copmans, ‘Parapoëtische montages van Ward Ruyslinck’. In: Nieuwsblad van Geel, 1 oktober 1971. |
18 | De Krekelput |
223. | Lisette De Backer, ‘Ward Ruyslinck: ‘De Krekelput’. Een creatie te Gent’. In: Getuigenis, Gent, oktober 1971. |
224. | A.v.H., ‘Arca-theater te Gent creëert De Krekelput van Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 1 oktober 1971. |
225. | NN: ‘Kelderteater Arca (Gent): van Ward Ruyslinck De Krekelput’. In: De Nieuwe, 15 oktober 1971. |
226. | Eric Rinckhout, ‘Drie schapen in wolfskleren. Over Ward Ruyslincks De krekelput, Tone Brulins De Honden en René Verheezens De Caraïbische Zee’. In: Het politieke theater heeft je hart nodig. Het theater tussen emotionele werking en politieke werkelijkheid, Antwerpen, Soethoudt, 1982. |
19 | De heksenkring |
227. | Gaston Durnez, ‘Indien wij allemaal iets deden… Ruyslinck heeft weinig hoop voor Zuid-Amerika’. In: De Standaard, 7 november 1972. |
228. | Paul de Wispelaere, ‘De heksenkring, belangrijke, nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Het Vaderland, 16 december 1972. |
229. | P. de Vree, ‘De heksenkring, een geëngageerd filmverhaal van ward ruyslinck’. In: De Periscoop, februari 1973 |
230. | Marc Le Bon, ‘Ward Ruyslinck De heksenkring’. In: Vrede, januari 1973 |
231. | Wim Hazeu, ‘Ward Ruyslincks De heksenkring. Argentijnse roman van Vlaamse auteur’. In: Haagsche Courant, 5 januari 1973. |
232. | K.T., ‘De heksenkring van Ward Ruyslinck. Dimensie extra aan ellende krottenstad’. In: De Gelderlander, 20 oktober 1973. |
233. | Hugo Bousset, ‘Het web van verdriet’. In: Ons Erfdeel, jaargang 18, 1975, p. 99- 102. |
234. | Eugene Van Itterbeek, ‘Hoe staat Ward Ruyslinck tegenover het lijden in de derde wereld?’ In: Aktuelen 2, De Roerdomp, Brecht/Antwerpen, 1977, p.33-36. |
20 | De verliefde akela |
235. | Wim Hazeu, ‘Het onverwachte bij Ruyslinck ontbreekt bij Marnix Gijsen’. In: Haagse Courant, 27 december 1973. |
236. | Ab Visser, ‘Proza van Helen Knopper en Ward Ruyslinck. Functioneel experimentalisme’. In: Leeuwarder Courant, 8 december 1973. |
237. | F. De Keyser, ‘Ward Ruyslinck. De novellist op zijn best’. In: Het Laatste Nieuws, krantenknipsel aangetroffen in tweede hands aangeschaft De verliefde akela. |
238. | H.E., ‘Drie Vlamingen vertellen verhalen’. In: De Vrije Zeeuw, 2 februari 1974. |
239. | Paul Hardy, ‘Ward Ruyslinck: De verliefde akela. Een zeer mooi verhaal’. In: Gazet van Antwerpen, 13 februari 1974. |
240. | Willem M. Roggeman, ‘Romantisch verhaal van dood en vervreemding’. In: Het Laatste Nieuws, 28 maart 1974 |
241. | Herman Leys, ‘Man in de mist’. In: De Standaard,12 juli 1974. |
242. | Hans Werkman, ‘Eerste en laatste van Ward Ruyslinck’ (De ontaarde slapers 10e druk, De verliefde akela 2e druk). In: Nederlands Dagblad, 16 augustus 1975. |
21 | Het ganzenbord |
243. | Henk Egbers, ‘Weverbergh e.a. stichtten een liga: Ganzenbord niet zomaar een stom spel’. In De Vrije Zeeuw, 23 maart 1974. |
244. | H.J. Oolbekkink, ‘Het ludieke leven van Weverbergh’. In: Leidse Courant, 30 maart 1974. |
245. | Leo Vankan, ‘Ludieke Belgen steken de draak met gezelschapsspelen’. In Leidse Courant, 11 mei 1974. |
246. | Paul de Wispelaere, ‘Ruyslincks tocht naar het labyrint’. In: Het Vaderland, 28 september 1974. |
247. | Wam de Moor, ‘Ruyslincks Ganzenbord: een leesbaar, geen groot boek’. In: De Tijd, 25 oktober 1974. |
248. | H.E., ‘Een Vlaming, ’n ganzenbord en Polen: goed voor een roman’. In De Vrije Zeeuw, 2 november 1974. |
249. | Wim Hazeu, ‘Ganzenbordspelen met Ward Ruyslinck’. In: Haagsche Courant, 18 november 1974. |
250. | Han Jonkers, ‘Ruyslinck speelt ganzenbord in Warschau. Kapstok voor autobiografische en filosofische notities’. In: Eindhovens Dagblad, 11 januari 1975. |
251. | Hans Werkman, ‘Ward Ruyslinck staat op nummer 42’. In: Nederlands Dagblad, 11 januari 1975. |
252. | Ab Visser, ‘Het ganzenbord: geslaagd boek van Ward Ruyslinck’. In: Leeuwarder Courant, 29 maart 1975. |
253. | Marcel Janssens, ‘Een ganzenspel van Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg 120,mei 1975 |
22 | In naam van de beesten |
254. | Maarten ’t Hart, ‘Vivisectie op de dierenbeul. Teveel pathetiek van Ruyslinck’. In: Vrij Nederland, 27 maart 1976. |
255. | Fernand Auwera, ‘In naam van de beesten’. In: De Nieuwe Gazet, 12 april 1976. |
256. | Gaston Claes, ‘Niet voor gevoelige lezers. In naam van de beesten vraagt Ward Ruyslinck meer menselijkheid’. In: Gazet van Antwerpen, 14 april 1976. |
257. | Tiny Francis, ‘Ward Ruyslinck klaagt aan in boek In naam der beesten’. In: Het Binnenhof, 5 april 1976 en in Leidse Courant, 6 april 1976. |
258. | NN (boekbespreking), ‘Het hart van Ward door smart getart!’. In: Humo, 13 mei 1976. |
259. | Aad Nuis, ‘De nuchtere werkelijkheid is fantastisch genoeg’. In: Haagse Post, 5 juni 1976. |
260. | Paul de Wispelaere. ‘De mens als dierenbeul’. In: Het Vaderland, 26 juni 1976. |
261. | Ab Visser, ‘Proza van Ward Ruyslinck en Carole Vos. Dierenleed en mensenleed’. In: Leeuwarder Courant, 24 juli 1976. |
262. | Henk Egbers, ‘Verontwaardigde Vlamingen’. In: De Stem, 30 oktober 1976 |
263. | Guido van Meir, ‘800.000 proefdieren per dag ter operatietafel. In naam der wetenschap’. In: Humo, 12 mei 1977. |
264. | Ronald Soetaert, ‘De stem van het beest. Schrijvers tussen mens en dier’. In: De Morgen, 17 februari 1979. |
265. | Paul Koeck, ‘Een voorbeeldige dierenbibliotheek’. In: De Morgen, 17 februari 1979 |
23 | Valentijn Van Uytvanck: Tekenaar zonder vaderland |
266. | Gaston Durnez, ‘Vergeten tekenaar in eer hersteld. Ward Ruyslinck in het spoor van Valentijn Van Uytvanck’. In: De Standaard, 29 en 30 oktober 1977. |
24 | De sloper in het slakkehuis |
267. | Boudewijn Vander Plaetse, ‘De sloper in het slakkehuis, Ward Ruyslinck’, typoscript voordracht BRT-2 (Gent) op 24 november 1977. |
268. | H.E., ‘De decibels tussen Jonckheere en Ruyslinck’. In: De Stem, 17 december 1977. |
269. | Albert Westerlinck, ‘Nieuw werk van Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 123, 1978 |
270. | H.J. (Han Jonkers,) ‘De sloper in het slakkehuis’. In: Eindhovens Dagblad, 4 februari 1978. |
271. | Willem Brandt, ‘Sssst….!’. In: De Telegraaf, 8 februari 1978. |
272. | Hans Werkman, ‘De sloper in het slakkehuis of het niveauverlies van Ward Ruyslinck’. In: Nederlands Dagblad,18 februari 1978. |
273. | Remi Van de Moortel, ‘De sloper in het slakkehuis’ In: Over Ward Ruyslinck, Beschouwingen en interviews, redactie Daan Cartens, BZZTôH, De Haag, 1982, p. 157-159. |
274. | Ab Visser, ‘Romans van Ward Ruyslinck en Ivo Michiels. Het leven een last’. In: Leeuwarder Courant, 25 februari 1978. |
275. | Piet Wollaert, ‘W. Ruyslinck laat zijn slakkehuis niet slopen’. In: Het Volk, 2 maart 1978. |
276. | Sus van Elzen, ‘Ik drink elke ochtend Abessijnse rozentee’. In: Knack, 29 maart 1978 |
277. | Fernand Auwera, ‘Stilte asjeblief. Ward Ruyslinck: De sloper in het slakkehuis’. In: De Nieuwe Gazet, 24 april 1978. |
278. | Anton Deering, ‘De sloper in het slakkehuis, Ward Ruyslinck: boeiend’. In: Algemeen Dagblad, 23 juni 1978. |
279. | Ed van de Kerkhof, ‘Je wordt gek van de herrie’. In: De Stem, 17 september 1997. |
25 | Op toernee met Leopold Sondag |
280. | Leo Geerts, ‘Ward Ruyslinck: Op toernee met Leopold Sondag. I. Ward Ruyslinck, een generatie later. II. Praten met Ruyslinck over zijn nieuw boek. III. Recensie: Sondag of Ruyslinck als filosoof. IV. Voorpublicatie’. In: De Nieuwe, 29 september 1978. |
281. | Fernand Auwera, ‘Een filosoof in Vlaanderen’. In: Volkskrant, 21 oktober 1978. |
282. | F. De Keyser, ‘Ruyslincks ontdubbeling. Romangebeurtenis in Lage Landen’. In: Het Laatste Nieuws, 26 oktober 1978 |
283. | Wim Hazeu. ‘Het dualisme van Ward Ruyslinck’. In: Hervormd Nederland, 25 november 1978. |
284. | Wim Hazeu, ‘Op toernee met Ward Ruyslinck’. In: Haagsche Courant, 27 november 1978. |
285. | Paul de Wispelaere, ‘Eerlijkheid in plaats van heersende ideologieën in roman van Ruyslinck’. In: Het Vaderland, 9 december 1978. |
286. | Alfred Kossmann, ‘Nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Het Vrije Volk, 16 december 1978 |
287. | Jo Duym, ‘Ward Ruyslinck, Op toernee met Leopold Sondag’. In: ’t Pallieterke, 19 december 1978. |
288. | Alfred Kossmann, ‘Ward Ruyslinck houdt spanning niet vol’. In: Dagblad Noord Limburg, 27 december 1978 |
289. | Daan Cartens, ‘Tussen filosofie en de sensualiteit’. In: Bzzlletin 62, januari 1979. |
290. | Ab Visser, ‘Op toernee met Leopold Sondag. De apotheose van Ruyslinck’. In: Elseviers Magazine, 20 januari 1979. |
291. | Lic. Frans Heymans, ‘Ruyslinck’s nieuwste: Op toernee met Leopold Sondag’. In: Lektuurgids, februari 1979. |
292. | Rob Vooren, ‘Vier in één of literatuur van autoritaire elite. Pil. Op toernee met Leopold Sondag’. In: Leidsch Dagblad, 25 mei 1979. |
293. | Herman Moscoviter, ‘Ward Ruyslinck in de ban van Erich Fromm. Wie zich aan de kuddegeest onttrekt wordt uitgestoten’. In: Nieuwsblad van het Noorden, 29 juni 1979 |
294. | Eric Rinckhout, ‘Ruyslinck, Cox, Belser, Sondag en de andere vermommingen van Raymond de Belser’. In: Yang, jrg. 15, 1979 |
295. | Aarnout de Bruyne. ‘Op toernee met Leopold Sondag of de geloofsbrieven van de pariabeschermer’. In: Ons Erfdeel, jaargang 23, 1980, p. 590-594. |
26 | Alle verhalen |
296. | Leo Geerts, ‘De verhalen van Ruyslinck’. In: De Nieuwe, 23 november 1979. |
297. | Ronny De Schepper, ‘Een derde vijftiger: Ruyslinck | Ward doopt zijn pen in ’s werelds smart’. In: De Rode Vaan, 13 december 1979. |
27 | Wurgtechnieken |
298. | Ronald Soetaert, ‘Ward Ruyslinck, Zorgvuldige thriller’. In: De Morgen, 30 oktober 1980. |
299. | Fernand Auwera, ‘Wurgtechnieken doen Ruyslinck de das om’. In: De Nieuwe Gazet, 31 oktober 1980. |
300. | Ab Visser, ‘Romans van Ward Ruyslinck en Willem Brakman’. In: Leeuwarder Courant, 1 november 1980. |
301. | Jaap Koopmans, ‘De wurger heeft een menselijk gezicht. Sterke psychologische roman van Ruyslinck’. In: Haagsche Courant, 8 november 1980. |
302. | Jan Verstappen, ‘Wurgtechnieken een roman van Ward Ruyslinck’. In: Leidse Courant, 17 januari 1981. |
303. | A . Buckens, ‘Wurgtechnieken: Helemaal Ruyslinck’. In: Brabants Nieuwsblad, 29 januari 1981. |
304. | Rob Vooren, ‘Cynische Ruyslinck over een Boliviaanse folteraar. Wurgend realisme’. In: Leidsch Dagblad, 12 maart 1981. |
305. | Marcel Janssens, ‘Wurgtechnieken volgens Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 126, juni 1981 |
306. | A. Demedts. ‘Een schoft’. In: De Standaard, 9 oktober 1981. |
28 | De boze droom het medeleven |
307. | Frans De Keyser. ‘Ruyslincks vergeefse opstandigheid’. In: Het Laatste Nieuws, 30 maart 1982. |
308. | Suz Van Elzen. ‘Beiroet, tussen de bommen door, de koffie’. In: Knack Magazine, 29 juli 1982. |
309. | Hans Warren, ‘Romans, Ward Ruyslinck en Theo Kars’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 21 augustus 1982 |
310. | Willy Copmans, ‘Ward Ruyslinck en de (zijn) Derde Wereldoorlog’. In: Nieuwsblad van Geel, september 1982 |
311. | Marcel Janssens, ‘Ward Ruyslinck en het medelijden’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 128,1983 |
312. | Freddy Priem, ‘Literaire Verkenningen voor Volwassenen’. In: Moritoen, Brugge: Reeks XVIII, oktober 1984. |
29 | Antwerpen in oude gravures |
313. | L.R., ‘Nieuw prentenboek van oud-Antwerpen’. In: De Antwerpse Morgen, 9 maart 1983. |
314. | NN, ‘Het Sprietlopen’. In: De Standaard, 19 maart 1983. |
315. | P. Sterckx, ‘De voorkeur van de romanschrijver. Ward Ruyslinck bundelde oude gravures van Antwerpen’. In: De Nieuwe Gazet, 5 maart 1983. |
30 | Leegstaande huizen |
316. | Rob Vooren, ‘Gevarieerde verhalen Ruyslinck’. In: Leidsch Dagblad, 19 oktober 1983. |
317. | Marcel Janssens, ‘Ward Ruyslinck en het werkwoord schiften’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 129, 1984. |
318. | Wim Hazeu, ‘Waarom is Ruyslinck uit de tuin der letteren gestoten?’. In: Hervormd Nederland, 23 juni 1984. |
319. | Ronny Verhelle, Bernard Verstraete, ‘Vragen tekstanalyse en antwoorden bij Leegstaande huizen van Ward Ruyslinck’. In: Moritoen, Kortrijk: Reeks XIV, 14 februari 1987. |
31 | Open beeldboek |
320. | R.C., ‘Open beeldboek van Ruyslinck’. In: Het Volk, 11 augustus 1983. |
321. | Fernand Auwera, ‘In naam van de artiesten’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 128, nr. 9, 1983 |
322. | Ludo Bekkers, ‘Schrijven over beeldende kunst’. In: De Standaard, 25 augustus, 1984. |
32 | De uilen van Minerva |
323. | De Redactie stelt voor: ‘De uil van Minerva’. In: De uil van Minerva, Tijdschrift voor Geschiedenis en Wijsbegeerte van de Cultuur, Volume 1, nummer 1, Herfst 1984, Gent. |
324. | NN, ‘Ward Ruyslinck spreekt over zijn nieuwe roman De uilen van Minerva’. In: Het Volk, 23 februari 1985. |
325. | J.L., ‘De uilen van Minerva. Ward Ruyslinck over zijn jongste autobiografische roman’. In: Het Laatste Nieuws-De Nieuwe Gazet, 4 maart 1985. |
326. | Wim Zaal, ‘Voorstellen van De uilen van Minerva’, manuscript (augustus 1985)in Letterenhuis. |
327. | Fernand Auwera, ‘Mensen waarmee je jarenlang leeft’. Open brief aan Raymond De Belser over ‘Ward Ruyslincks jongste «roman»’. In: De Nieuwe Gazet, 1 september 1985. Op 7 september 1985: ‘Ward Ruyslinck reageert. Antwoord aan Auwera’ |
328. | NN, ‘De uilen van Minerva, Nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 3 september 1985. |
329. | Marc Reynebeau, ‘Omzien in wrok. De memoires van Ward Ruyslinck’. In: Knackmagazine, 4 september 1985. |
330. | J. Vs, ‘Nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 6 september 1985. |
331. | Wim Zaal, ‘Een woedend boek van Ruyslinck. De stem van de monddode meerderheid’. In: Elseviers Magazine, 7 september 1985 |
332. | Jos Borré, ‘De paria als woesteling’. In: De Morgen, 7 september 1985. |
333. | F. De Keyser, ‘De andere wereld van Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 14 en 15 september 1985. |
334. | Fernand Auwera, ‘Antwoord aan Ward Ruyslinck’. In: De Nieuwe Gazet, 15 september 1985. |
335. | J. Huisman, ‘Voor spek en bonen. Ward Ruyslinck in topvorm’. In: Algemeen Dagblad, 21 september 1985 |
336. | NN, ‘Ruyslinck’. In: serie ‘Boekweit’, De Standaard, 21 september 1985. |
337. | Henk Egbers, ‘Ward Ruyslinck geeft zijn eigen leven een trap na’. In: De Stem, 21 september 1985. |
338. | Hans Werkman, ‘Een ambtelijke worm en een letterkundige leeuw’. In: Nederlands Dagblad, 11 januari 1986 |
339. | Hugo Bousset, ‘De uilen van Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 131, 1986. |
33 | Stille waters |
340. | Koen Vermeiren, ‘De diepe gronden van Ward Ruyslinck’, typoscript voorstellen van ‘Stille waters’, september 1987. |
341. | Wim Zaal, ‘Een genadeloos zelfportret, Ward Ruyslinck over zijn kinderjaren’. In: Elseviers Magazine, 26 september 1987. |
342. | Mieke van der Jagt, ‘Ward Ruyslinck, de favoriet van de leraren’. In Provinciale Zeeuwse Courant, 14 november 1987. |
343. | Erik Verstraete, ‘Stille waters van Ruyslinck of de diepe gronden van Raymond De Belser’. In: Gazet van Antwerpen, 29 oktober 1987; |
344. | Marcel Janssens, ‘Stille waters en woelige woorden’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 132, 1987. |
345. | Jooris van Hulle, ‘Een apart jongetje toch wel’. In: Kreatief, jrg. 21, nr. 4, 1987. |
346. | GK, ‘Ward Ruyslinck, Stille Waters’. In: Vlaanderen, jrg. 37, 1988, rubriek ‘Bibliotheek’ p.75 |
347. | Bert Peene, ‘Ward Ruyslinck: Stille waters’. In: Eerste druk ’87 Overzicht en bespreking van Nederlands en Vlaams literair proza dat voor het eerst verscheen in het jaar 1987, Walva-Boek, Laren (Gld) 1988, p. 99-101. |
34 | Hunkerend gevangen |
348. | Rudolf van de Perre, ‘Ward Ruyslinck: Hunkerend gevangen’ In :
Boekengids, jrg, 67, januari-februari 1989. |
35 | IJlings naar nergens |
349. | Jack van Gils, ‘Ward Ruyslinck beschuldigt topauteurs van ideeënroof’. In: De Morgen, 21 januari 1989. |
350. | Frans Boogaard, Geestelijk testament gênante oudemannenpraat, In: Het Binnenhof, 4 maart 1989. |
351. | NN, ‘Lampo en Ruyslinck contra de literaire maffia’. In: Gazet van Antwerpen, 11 maart 1989 |
352. | Frans Boogaard, ‘Stormpje rond gestelijk (sic) testament Ward Ruyslinck. Pedante, zeurderige oudemannen-praat’. De Stem, 11 maart 1989. |
353. | Ares Koopman, ‘De gepantserde beschaving van Ruyslinck’. In: Arnhemse Courant, 11 maart 1989. |
354. | Boris Rousseeuw, ‘De oude koeien van Don Quichotte’. In: Gazet van Antwerpen, 16 maart 1989. |
355. | Carlos Alleene, ‘Ruyslinck schreef geestelijk testament’. In: Het Volk, 30 maart 1989 |
356. | Eric Rinckhout, ‘Een zielige kruistocht’. In: NRC Handelsblad, 31 maart 1989. |
357. | Koos Hageraats, ‘Piepend van schrik’. In: De Morgen, 14 april 1989. |
358. | Andreas Oosthoek, ‘Het boek der zuchten’ en interview Aarnout de Bruyne/Broeder Geus: ‘Die man is héél teleurgesteld…’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 15 april 1989. |
359. | Maurits de Coen, ‘De holle hoest van een homo mollis’. In: Kruispunt, jrg. 30, nr. 126, 1989. |
360. | Hans Werkman, ‘Ruyslinck naar nergens’. In: Nederlands Dagblad, rubriek ‘Let-ter-gre-pen’, 7 augustus 1989. |
361. | Willy Copmans, ‘De dualistische natuur van een “tweeling” bij Ward Ruyslinck’. In: Creare, jrg. 18, nr. 3, september 1989 |
362. | Julien Vandiest, ‘Ward Ruyslinck: IJlings naar nergens, ontboezemingen van een boezemvriend’. In: Diogenes, jrg. 6, nr.1 1989. |
36 | De speeltuin |
363. | Marc Reynebeau, ‘De moed van deemoed. De valkuilen van het autobiografische schrijven: sommige vallen erin, Ward Ruyslinck graaft er een voor een ander’. In: Knack, 1 april 1992. |
364. | Jooris van Hulle, ‘Open brief aan Ward Ruyslinck’. In: De Standaard, 11 april 1992. |
365. | Emile Hollman, ‘Banaal gekakel’. In: Limburgs Dagblad, 11 april 1992. |
366. | Alfred Kossman, ‘Rancuneuze liefdesroman’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 17 april 1992. |
367. | Rob Vooren, ‘Treurig stemmende liefdesromans van Ward Ruyslinck en Haye van der Heyde ‘Honds zit ik naar je te hijgen’’. In: Leidsch Dagblad, 7 mei 1992. |
368. | Jeroen Kuypers, ‘Huwelijkssatire in briefvorm’. In: Leidse Courant, 15 mei 1992. |
369. | P.M. Reinders, ‘Vlaams Kort’. In: NRC Handelsblad, 5 juni 1992. |
370. | (BvP), ‘Ruyslinck en een Zekere Affaire’. In: Het Parool, 27 maart 1993. |
371. | Jean Weisgerber ‘Terugblik op De speeltuin’. In: Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, het Kwartaalschrift voor kunst en letteren, 17e jg., nr. 63, zomer 1999 |
37 | De claim van de duivel |
372. | Willem Kuipers, ‘I S B N , rubriek over boeken’. In: De Volkskrant, 24 maart 1993. |
373. | (BvP), ‘Ruyslinck en een Zekere Affaire’. In: Het Parool, 27 maart 1993. |
374. | Luc Lannoy, ‘Minder kan niet’. In: krantenknipsel zonder vermelding van de krant en datum in de rubriek ‘Vlaams proza’. |
375. | Alfred Kossman, ‘Flauwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Provinciale Zeeuwse Courant, 20 augustus 1993. |
38 | Het geboortehuis |
376. | Peter Jacobs, ‘Ruyslinck: tussen Aldi en poëzie’. In: Het Nieuwsblad, 15 oktober 1995. |
377. | Peter Jacobs, ‘Ontknoping à la Roald Dahl, Verrassende vertelling van Ward Ruyslinck’. In: De Standaard, 19 oktober 1995. |
378. | Pieter Defesche, ‘De lieveling van de leraren’. In: Limburgs Dagblad, 11 november 1995. |
379. | Ruut Verhoeven, ‘Het gaat bergafwaarts met Ward Ruyslinck’, In: Trouw, 12 januari 1996. |
380. | Paul van Aken, ‘Het geboortehuis, Ward Ruyslinck’. In: De Vrijzinnige Lezer, maart 1996. |
39 | De bovenste trede |
381. | Jeroen Overstijns, ‘Onwijs geëmmer’. In De Standaard, 22 mei 1997. |
40 | Traumachia |
382. | Nicole Breuer, ‘Fanmail voor de duivel. Aan M Dutroux, Gevangenis Aarlen, België’. In: de serie ‘De Stand der Dingen, Berichten uit een veranderende wereld’, De Morgen, 19 november 1996. |
383. | NN (eigen berichtgeving, Brussel), ‘Bourlet krijgt het nu heel moeilijk, Het historisch perspectief van hoogleraar Karel Pyck: hoe groter de mishandeling, hoe groter het ongeloof’. In: De Morgen, 1997 (exacte datering niet bekend). |
384. | Krantenknipsel uit 1997, ‘Kinderen voor de keus: ouderdoding of zelfmoord’, Bespreking van een rapport van de gerechtelijk psycholoog en criminoloog F. Koenraadt over gevolgen van de mishandeling en misbruik van kinderen en de beschikbaarheid van vuurwapens. |
385. | Chris De Stoop, ‘De jacht op de seriedoder. Er komt mogelijk een vloedgolf van seriemoorden, vreest advocaat Jef Vermassen, die van dit verschijnsel een studie maakt’. In: de serie ‘Misdaad’, Knack, 2 april 1997. |
386. | NN (eigen berichtgeving, Brussel), ‘Britse politie speurt naar snuffmovies’. In: De Morgen, 8 april 1997. |
387. | Frank Helleman, ‘Het gezicht van het beest. Traumachia’. In: Knack, Boeken / Proza, 12 mei 1999. |
388. | John Vervoort, ‘Ruyslinck kookt over’. In: Het Nieuwsblad, 15 mei 1999. |
389. | Herman Jacobs, ‘Haat en wraakzucht’. In: De Morgen, 10 juni 1999. |
390. | Eva Berghmans, ‘De buitenwereld is boos’. In: De Standaard, 1 juli 1999. |
41 | Ambtelijk leven |
391. | Jaarverslagen van het Museum Plantin-Moretus en Stedelijk Prentenkabinet van 1950 tot 1985. In: Culturele jaarboeken van de Stad Antwerpen. |
392. | NN, Antwerpen Provincie, Lannoo, Tielt/Utrecht, 1972. |
393. | Dr. Voet, De gouden eeuw van Antwerpen. Bloei en uitstraling van de Metropool in de zestiende eeuw, Mercatorfonds, Antwerpen, 1973. |
394. | Francine de Nave, Le salon Emile Verhaeren: donation du président René Vandevoir au Musée Plantin-Moretus à Anvers – Het salon Emile Verhaeren: schenking voorzitter René Vandevoir aan het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen, Uitgave Stad Antwerpen, 1987. |
395. | Dr. Francine de Nave (red.), Een halve eeuw Stedelijk Prentenkabinet van Antwerpen (1938-1988), Stad Antwerpen, Museum Plantin-Moretus en Stedelijk Prentenkabinet, Antwerpen, 1988. |
396. | NN, Magistraal, Plantin Genootschap Hoger Instituut voor Grafische Kunsten, Meesters van het Plantin Genootschap 1951-1974, Catalogus bij de tentoonstelling 27 september – 30 december 2007, Antwerpen, Museum Plantin-Moretus/Prentenkabinet, 2007. |
42 | Beeldende Kunst |
397. | Albert Smeets, Van Ensor tot Permeke. Zestien Vlaamse schrijvers zien zestien Vlaamse schilders, Tielt-Utrecht, Lannoo, 1971 |
398. | Jacques Gorus, Amazones, bibliofiele suite van twaalf gesigneerde etsen gedrukt door de kunstenaar m.m.v. Théo Vandenbroeck meesterdiepdrukker te Nethen, Toni en Peter de Batist resp. typografie en realisatie mappen. |
399. | Jo De Meester, De Bladen voor de Grafiek, jrg.8, 1975, nr. 2. |
400. | Antoon De Pesseroey, Honderd zelfportretten: voorgesteld door diverse auteurs, Brussel, Arcade, 1976. |
401. | NN, De Vlaamse grafische kunst tussen de twee wereldoorlogen 1918-1939, tentoonstelling werken uit de verzamelingen van het Stedelijk Prentenkabinet, Hessenhuis van 31 januari tot30 april 1976, Stad Antwerpen, 1976. |
402. | André Goezu, Sphinge, bibliofiele suite van zes etsen (aquatinten) bij teksten uit ‘Un peintre symboliste’ van Emile Verhaeren over Fernand Khnopff, Uitgever: Galerij De Zwarte Panter, 1977. |
403. | Eddy Ausloos, Vijf beelden uit de plezante stad, Uitg. Ksylos, 1977. |
404. | NN, P.P. Rubens als Boekillustrator, Catalogus voor de tentoonstelling van 7 mei tot 4juli 1977, Stad Antwerpen- Museum Plantin-Moretus, 1977. |
405. | NN, Tentoonstellingen …, ‘André Goezu illustreert: ‘Sphinge’ van Emile Verhaeren’. In: De Nieuwe Gazet, 19 oktober 1977 |
406. | Bert Peleman, Het dorp in de kunst, Esco Books, Antwerpen, 1978. |
407. | NN, P.P. Rubens & J. Jordaens, Handzeichnungen aus offentlichen belgischen Samlungen, Kunstmuseum Düsseldorf, Wallraf-Richartz-Museum und Museum Ludwig, Köln, 1979. |
408. | NN, René De Coninck 1907-1978, Catalogus van zijn etsen uitgegeven naar aanleiding van de retrospectieve tentoonstelling ingericht door het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven en Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, december 1980 |
409. | NN, Octave Landuyt, Catalogus bij de expositie Octave Landuyt in de Brakke Grond te Amsterdam, Emka, Kruishoutem,1981. |
410. | Henk Egbers, ‘De brakke wereld van Octave Landuyt’. In: De Stem, 10 juni 1981. |
411. | Eddy Ausloos, Verdwenen Berchemse hoeven, bibliofiele suite van zes etsen, Arsenaal-uitgave, Antwerpen, 1982. |
412. | NN, Het Aards Paradijs, Dierenvoorstellingen in de Nederlanden van de 16de en 17de eeuw, Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen in samenwerking met Standaard Uitgeverij, Antwerpen, 1982. |
413. | Fa Claes et al., Jan de Smedt in verzen, Vrienden van Jan de Smedt, Mechelen, 1987. |
414. | Georges-Charles Vanrijk, Week-end, Verbelen Printing Partners, Zoersel, 1991. |
43 | Polemiek Drift en drek |
415. | Auguste Rodin, Testament, 1911. diverse internet websites. |
416. | NN, ‘Vlaamse schrijvers op boekenmarkt’. In: De Telegraaf, 17 mei 1965. |
417. | NN, ‘Jonckheere: Nederlander is een late puber’. In: Het Vrije Volk, 17 mei 1965. |
418. | Kees Fens, ‘Drift en Drek’. In: De Tijd-De Maasbode, 20 september 1965. |
419. | Kees Fens, ‘Literaire waarde en levenswaarde, Drek- en driftliteratuur, Antwoord aan Ward Ruyslinck’. In: De Tijd-De Maasbode, 2 oktober 1965. |
420. | Frits Abrahams, ‘Drek en drift’. In: NRC, 16 juni 2009. |
44 | Anti-censuur acties |
421. | K.L. Poll, ‘Masscheroen-proces van Hugo Claus. Het taboe van de naaktheid’. In: Algemeen Handelsblad, 15 juni 1968. |
422. | Jos De Man, ‘Protest read-in te Antwerpen, Schrijvers slaan censoren om de oren’. In: Het Laatste Nieuws, 18 maart 1968. |
423. | Hugo Claus, e.a., ‘Proces met gesloten deuren omwille van Masscheroen. Is Hugo Claus een zedenbederver?’ In: Het Laatste Nieuws, 16 mei 1968. |
424. | NN, ‘Herrie rond de anti-censuur. Kwade Auwera dient Ruyslinck van antwoord’. In: Gazet van Antwerpen, 16 mei 1968. (Niet de brief van Auwera, want ‘wanneer men zich beledigd acht, antwoordt men niet met beledigingen.’) |
425. | Johan de Roey, ‘Zin of onzin van het protest tegen censuur. Voor het doek in het ‘paleis’ opgaat. Schrijvers verzwakt door onenigheid’. In: Gazet van Antwerpen, 20 mei 1968. |
426. | Jos De Man, ‘Claus en co contra censuur. En nu nog naakt op de TV’. In: Het Laatste Nieuws, 22 mei 1968. |
45 | Rondom films en tv |
427. | Vg., ‘TV-Terugblik’. In: Leidse Courant, 29 september 1966. |
428. | Dirk Luyten, ‘Leven en dood van Dirk Vandersteen Jr. Kogelbuien voor bevolking van Kallo’. In: Het Laatste Nieuws, 19 maart 1968. |
429. | G.C., ‘Geboorte en dood van Dirk Vandersteen (II). Ward Ruyslinck schreef origineel scenario voor filmreeks van Vlaamse Televisie’. In: Gazet van Antwerpen, 21 maart 1968. |
430. | NN in de rubriek ‘Wat dacht u ervan?’, ‘Geboorte en moord of… een ontgoocheling rijker’. In: Gazet van Antwerpen, 8 maart 1969 Antwoord Ward Ruyslinck ingezonden brief: ‘Hoe kineasten van De Geboorte een miskraam maken, Ward Ruyslinck ontgoocheld over Dirk Vandersteen jr’. In: Gazet van Antwerpen, 12 maart 1969. |
431. | S.L., ‘Justitie waakt over Antwerpse Boekenbeurs. Film over Argentinië in beslag genomen. Rode boekje bleef steken aan de grens’. In: De Nieuwe Gazet, 3 november 1970. |
432. | NN, ‘Volgens prokureur Van Hoeylandt: Geen film in beslag genomen bij Ward Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 5 november 1970. |
433. | NN, ‘Rijkswacht en gerecht: te Pulle werd niets in beslag genomen. Ook niet ten huize van Ward Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 5 november 1970. |
434. | Stan Lauryssens, ‘Ward Ruyslinck, Jan Berghmans en een kwalijke stunt. Brito wil de show stelen’. In: De Nieuwe Gazet, 5 november 1970. |
435. | Stan Lauryssens, ‘De film van een in beslag genomen film’. In: De Nieuwe Gazet, 5 november 1970. |
436. | Marcel Van Nieuwenborgh, ‘Boekenbeursstunt 70 van Ward Ruyslinck of De hond van Alkibiades (vervolg)’. In: Het Volk, 5 november 1970. |
437. | Jan Berghmans, ‘Ook Brito gaat vrij uit’. In: ongedateerd krantenknipsel (relaas van de onthullingen rond de verdwenen film en protest dat Brito betrokken zou zijn bij een stunt). |
438. | Lode Ramaekers, ‘Jan Pollaerts (maker van De twee gezichten van Dr. Meringue): Ik kon mijn oren niet geloven toen Ward Ruyslinck me opbelde… Gentse kineast te Hasselt als inleider van La Hora de los Hornos’. In: Het Belang van Limburg, zaterdag 7 november en zondag 8 november 1970. |
439. | Fernand Auwera: (krantenknipsel zonder kop), ‘Wie heeft de stunt bedacht? Het is zo onsmakelijk en dom dat men moeite heeft te geloven dat Ruyslinck zelf er achter zit. […]’. In: De Volkskrant, 10 november 1970. |
440. | NN, ‘Ruyslincks film nog niet terecht. Stormloop op laatste dag’ (van de boekenbeurs, met een record aantal van 79.000 bezoekers). In: De Standaard, 12 november 1970. |
441. | NN, ‘Slimme of onnozele Ward?’ In: ’t Pallieterke, 12 november 1970. |
442. | G.D., ‘Mevr. Manteau verdedigt auteur tegen verdachtmakingen. “Kidnappers” van Ruyslincks film kunnen 5 jaar gevangenis krijgen … voor belediging magistratuur’. In: De Standaard, 13 november 1970. |
443. | Stan Lauryssens: ‘interview met Serge Snoeck’, hierbij kwam de in 1970 verdwenen film over Argentinië ter sprake. In: Mimo, 22 oktober 1972 |
444. | Arthur Provoost, ‘Bettina: ineens in de hoofdrol. “Jij bent het meisje dat ik nodig heb”’. In: Het Vrije Volk, 9 augustus 1973 |
445. | Frans Happel, ‘Belgische filmrol voor Rotterdamse Bettina. ‘Ik heb ze gewaarschuwd, ik kan niets’’. In: Leidsch Dagblad, 10 augustus 1973. |
446. | F. Papon: ‘Blikken Ophelia: arme Ruyslinck’. In: De Nieuwe Gazet, 17 januari 1975. |
447. | Jos Burvenich, ‘Golden Ophelia. Te mooi maar boek verdienstelijk’. In: Spectator, nr. 6, 8 februari 1975, p. 54-55. |
448. | Jean-Pierre Wauters, ‘Marcel Martin en Golden Ophelia’. In: Film en televisie, nr. 124, maart 1975 |
449. | NN, ‘Mijn nachten met Susan, Olga, Albert, Julie, Piet en Sandra (om van Ophelia maar te zwijgen)’. In: De Standaard, 9 mei 1975. |
450. | F.D., ‘Marcel Martin te Gent. “Golden Ophelia is eerst en vooral sfeerschepping”’. In: Het Nieuwsblad, 23 mei 1975. |
451. | Wim de Poorter, ‘5 jaar vlaamse filmproduktie (1970-1975). In: Ons Erfdeel, Jrg. 19, p. 69, 1976 |
452. | Ton Oliemuller, ‘Wierook en tranen staat of valt met Daan Brouwer van 10’. In: Leidse Courant, 10 augustus 1976. |
453. | Frank van Dijl, ‘Wierook en tranen. Ward Ruyslincks oorlogsroman op tv’. In: Het Vrije Volk, 28 april 1977 |
454. | NN, ‘Wierook en tranen als televisiefilm’. In: Limburgs Dagblad, 29 april 1977. |
455. | Ton Hydra, ‘TV-commentaar. Wierook en tranen’. In: Nieuwe Leidsche Courant, 30 april 1977. |
456. | NN, ‘Harry Kümel Secrets of Love’. In: Nieuwe Gazet, 8 april 1986. |
457. | TT, ‘Ward Ruyslinck Nog niet vergeten, De meester van het korte verhaal schreef voor Oog in oog het tv-spel Aas dat stinkt’. In: VARA TV Magazine, 28 oktober 1995. |
46 | Met betrekking tot Brouwers – Ruyslinck |
458. | Ben van der Velden, ‘Woorden die pijn doen aan Nederlandse oren. Het Vlaams en het Algemeen Beschaafd’. In: NRC Handelsblad, 28 januari 1977. |
459. | Willem Brandt, ‘Vlaams door Willem Brandt’. In: De Telegraaf, 10 november 1977. |
460. | Gaston Claes, ‘Nog over Vlaamse auteurs die in Nederland “worden herschreven”. Ward Ruyslinck bijt scherp van zich af’. In: Gazet van Antwerpen, 16 december 1977. |
461. | Wim Zaal, ‘Tekst en uitleg. Weverdwergh + Ju, ju + Vlaamse jaren’. In: Elsevier Weekblad, 15 juli 1978. |
462. | Joris Denoo, ‘Goodwill en ugliness’. In: Yang, ‘Vier generatiegenoten. Fernand Auwera. Hugo Claus. Hugo Raes. Ward Ruyslinck’, jrg. 15,1979 |
463. | Jeroen Brouwers, Brievenboek, Kroniek van een karakter, Uitgever: Atlas-Contact, 1987. |
464. | Jeroen Brouwers, Stoffer & blik. Uitg. Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2004. |
47 | Kort geding Dierenbescherming – In naam van de beesten |
465. | P.S., ‘Dierenbescherming daagt Ward Ruyslinck voor rechtbank’. In: De Nieuwe Gazet, 7 april 1976. |
466. | NN, ‘Dierenbescherming tegen Ward Ruyslinck’. In: De Standaard, 8 april 1976. |
467. | P.S., ‘Proces Ruyslinck-Dierenbescherming gaat vooral om een ontkenning’. In: De Nieuwe Gazet, 8 april 1976. |
468. | G.C., ‘Antwerpse Dierenbewaarplaats eist intrekking van boek van Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 8 april 1976. |
469. | A. Janssens, ‘Woelige zitting tijdens Antwerps kortgeding. Dierenbescherming tegen schrijver van In naam van de beesten’. In: Het laatste Nieuws, 10 april 1976. |
470. | NN, ‘Dierenbescherming boos. Kortgeding om boek van Ruyslinck uitgesteld’. In: De Standaard, 10 april 1976. |
471. | NN, ‘Kortgeding tegen Ward Ruyslinck uitgesteld. Blaffen en bijten voor de rechtbank te Antwerpen’. In: Gazet van Antwerpen, zaterdag 10 en zondag 11 april 1976. |
472. | NN, ‘Kortgeding tegen Ward Ruyslinck nogmaals uitgesteld. Maar tegenstrevers en publiek waren ditmaal koest’. In: Gazet van Antwerpen, 16 april 1976. |
473. | NN, ‘Kortgeding uitgesteld: kan dierenbescherming schrijver niet voor de rechter dagen?’. In: Het Nieuwsblad, 16 april 1976. |
474. | NN, ‘Weer uitstel in kortgeding Dierenbescherming-Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 16 april 1976. |
475. | Ardo, ‘Kortgeding over Ward Ruyslincks literaire Beesten weer uitgesteld’. In: De Volksgazet, 16 april 1976. |
476. | NN, ‘Kort bericht over het kortgeding’. In: Spectator, 17 april 1976. |
477. | (mvv), ‘Kortgeding Dierenbescherming wordt lang verhaal’. In: Het Volk, 24 april 1976. |
478. | I.V.V., ‘Eis Dierenbescherming tegen Ruyslinck onontvankelijk. Eerste oplage van boek uitverkocht’. In: Het Laatste Nieuws, 24 april 1976. |
479. | NN, ‘Het kortgeding tegen Ruyslinck wordt nog langer. Dierenbescherming zal een nieuw proces inspannen’. In: Gazet van Antwerpen, 24 april 1976. |
480. | Paul de Wispelaere, ‘Johan Struye en de beesten’. In: Humo, 27 mei 1976. |
48 | Diverse zaken en gebeurtenissen |
481. | Wam de Moor, ‘Angèle bij Elsevier’. In: De Tijd, 21 september 1971. |
482. | NN, ‘Pianist de Belser in Vlissingen’. In: De Stem, 15 februari 1979 |
483. | Reclame in Provinciale Zeeuwse Courant: Zeeuws Boekenfeest in ‘Hotel Britannia Vlissingen’ op 28 maart 1981, met o.a. Ramses Shaffy, Tour de chant, Literair Café met o.a. Ward Ruyslinck en Mary Schuurmans Boekenfeestmenu. |
484. | Chris De Belser, ‘Het heeft lang geduurd voordat ik mijn vader begon te lezen’. In: De Morgen, 25 oktober 1986. |
485. | Wim Hazeu, Het literair pseudoniemen boek, de Bijenkorf, 1987 |
486. | NN, ‘De koningskwestie van A AP tot Z OO’, over de geschenken die de koning uit Zaïre (Congo) kreeg, waaronder met touwen omwonden chimpansees. In: De Morgen, 6 januari 1987. |
487. | H.G., ‘Geen ruiten voor Ruyslinck. De nieuwe Belgische mode is er. Geprezenteerd op een blaadje, door schrijver Ward Ruyslinck’. In: Trends, 21 januari 1988. |
488. | NN, ‘Kleren en Poëzie, Een verrassende verbintenis’. In: Knack Weekend, 7 december 1988. |
489. | K. Balbaert, S. Lievens, onder de loupe. over grafologie met handschriftanalyses van bekende figuren, Brugge, Marc Van de Wiele, 1990, p. 91. |
490. | Greta Seghers, Het eigenzinnige leven van Angèle Manteau, Prometheus Amsterdam, 1992. |
491. | NN, ‘Amateur-geoloog rijk door keutels dinosaurus’. In: Het Parool, 16 september 1993. |
492. | Mya Maas, ‘Belgen maken indruk in Maaslandcentrum’. In: Limburgs Dagblad, 6 december 1994. |
493. | Monika Macken, De Rimpels van de Maan, Manteau, 1995. |
494. | Johan Vandenbroucke, ‘Van Polen naar Kafka’. In: De Morgen, 26 mei 2004. |
495. | Kevin Absillis en Annelies van Uytsel, Fondslijst A. Manteau 1956 – 1970, L.P. Boon-documentatiecentrum / uitgeverij Demian, Antwerpen, februari 2006. |
496. | Kevin Absillis, Vechten tegen de bierkaai. Over het uitgevershuis van Angèle Manteau (1932-1970), Meulenhoff/Manteau, Antwerpen, 2009. |
497. | Pieter Serrien, Tranen over Mortsel, Manteau/WPG, Antwerpen, editie 2013. |
498. | Pieter Serrien, Elke dag angst. De terreur van de V-bommen op België, Horizon, Antwerpen, 2016. |
499. | Wim Hazeu, Lucebert. Biografie. De Bezige Bij, Amsterdam, 2018. |
Interviews met Ward Ruyslinck | |
1. | J. De Ceulaer, ‘Ward Ruyslinck, de stem van het geweten’. In: Het Nieuwsblad,20 maart 1961. Opgenomen in Te gast bij Vlaamse auteurs, tweede reeks, Antwerpen, Uitgeverij De Garve. |
2. | NN, ‘Op voor de gevoeligen. Ward Ruyslinck: Het goede wordt gestraft, het kwade beloond’. In: Haagse Post, 25 juli 1964. |
3. | Hubert Lampo, ‘Vlaams proza, Ward Ruyslinck’. In: De Periscoop, september 1964.
Gereconstrueerde tekst van het vraaggesprek van Hubert Lampo met de auteur, door de Vlaamse Televisie uitgezonden op 26 mei 1964. |
4. | Mat Kraewinkels, ‘À la recherche de l’homme perdu, Ruyslincks obsessie en protest’. In: Het Belang van Limburg, 3 november 1964 |
5. | J.d.R., ‘Voltaire en de Boekenbeurs. Ward Ruyslinck acht auteurs benadeeld’. In: De Standaard, 13 november 1964 |
6. | Van onze verslaggever, ‘Gesprek met gunsteling van de ‘Vlaamse lezer’, Ward Ruyslinck torst eerbewijzen verduldig’ (sic). In: De Standaard, 24 december 1964 |
7. | François Geens, ‘Vraaggesprek met Ward Ruyslinck’. In: de rubriek Modern Vlaams Proza (1965, tijdschrift onbekend) |
8. | René Gysen, ‘Vraaggesprek met Ward Ruyslinck’. In: de Letterkundige Rubriek van Sodipa, maart 1965 |
9. | Gaston Claes, ‘Zie sprak met Ward Ruyslinck’. In: Zie Magazine, Zondagsvriend, 12 mei 1966 |
10. | L. Hagen en C. Vonck, ‘De kwellingen van de mensen wier leven een hel is. De mens die indut bij beelden van Vietnam’. In: Op Vrije Voeten, februari 1967 |
11. | G.C., ‘Gesprek met Ward Ruyslinck’. In: De Landwacht, april 1968 |
12. | Leo Geerts, ‘Literatuur, praten met Ward Ruyslinck over anti-censuur en Het ledikant van Lady Cant’. In: De Nieuwe, 31 mei 1968. |
13. | Betty van Garrel, ‘Schrijver Ward Ruyslinck: ik wil een wit olifantje zijn’. In: Haagse Post, 22 juni 1968 |
14. | Emma Pankhurst, ‘Ward Ruyslinck: Iedereen is bang de non-stop-seks-trein te missen’. In: Zie Magazine, 29 augustus 1968. |
15. | Frans Heymans, ‘De gekneusde filantroop’. In: Jongerenkontakt, september 1968 |
16. | Fernand Auwera. ‘Ward Ruyslinck’. In: Schrijven of schieten. Interviews, Standaard Uitgeverij, Antwerpen / Utrecht 1969. |
17. | Tom Schalken. ‘Interview’. In 40+ literaire radioportretten. Amsterdam: CPNB-uitgave, p. 89-94, Boekenweek 1969. |
18. | Jaak Dreesen, ‘Ward Ruyslinck: Ik ben geen mensenhater, ik ben een gekneusde filantroop’. In: De Bond, 31 oktober 1969. |
19. | Lieve Scheer, ‘Röntgens van Ruyslinck I t/m IX’. In: Dietsche Warande & Belfort, 1969, jrg. 114, nr. 6, p. 413-431, nr. 7, p. 514-534, nr. 8, p. 575-586, nr. 9, p. 668-687, nr. 10, p. 735-753, 1970, jrg. 115, nr. 1, p. 12-24, nr. 2, p. 104-121, nr. 3, 173-180 en nr. 4, p. 247-260.
Opgenomen in: Lieve Scheer, Röntgens van Ruyslinck, Manteau, 1972. Poëtische snaren voor Vlaanderen, thuis, de geliefde, de gestorven broer / p. 13 (I, p. 413-424) Zich los scheuren uit de geborgenheid, Fanaal in de mist / p. 26 (I, p. 424-431) Terzijde van het leven, De ontaarde slapers / p. 35 (II, p. 514-534) Balans van een kindertijd, Wierook en Tranen / p. 59 (III, p. 575-586) Alle registers der verbeelding, De madonna met de buil / p. 72 (IV, p. 668-687) Zwarte gal tegen het establishment, Het dal van Hinnom / p. 95 (V, p. 735-753, VI, p. 12-24) Een weefkunstwerk met duizend kleuren, De stille zomer / p. 134 (VII, p. 104-121, VIII, p. 173-180) Pleidooi voor een vertrapte Jonas, Het reservaat / p. 166 (IX, p. 247-260) |
20. | Jose De Ceulaer, ‘Te gast bij Ward Ruyslinck. Geëngageerd humanisme’. In: Gazet van Antwerpen, 21 mei 1970. |
21. | Jose De Ceulaer, ‘Te gast bij Ward Ruyslinck (2e deel interview), Voorlopig geen proza meer’. In: Gazet van Antwerpen, 2 juni 1970 |
22. | Jef Geeraerts, ‘Ward Ruyslinck de onredelijke mens’. In: Elsevier Weekblad, 10 oktober 1970. |
23. | F. Auwera, ‘Ward Ruyslinck: toneel als revalorisatie’. In: Knack, 3 juni 1971 |
24. | Frans Depeuter, ‘De stap van proza naar theater. Praten met Ward Ruyslinck’. In: De Nieuwe Gazet, zaterdag 25 en zondag 26 september 1971 |
25. | Raf De Klerk, ‘Standaard de letteren. Ruyslinck door hemzelf’. In: De Standaard, 3 december 1971 |
26. | Jos Borre, ‘Ward Ruyslinck een enkeling. Het onvermogen om zich aan te passen’. In: Spectator, 9 september 1972 |
27. | leo de haes, ‘interview met ward ruyslinck’. In: Bouw Verder (ABN-Kernen), januari 1973 |
28. | Anne-Marie Tassier, ‘Ward Ruyslinck: ik ben paranormaal’. In: Zie Magazine, 3 augustus 1973 |
29. | Jos de Man, ‘Ward Ruyslinck’s leven is een roman. De Vlaming Ward Ruyslinck (44) is een gevierd auteur bij Nederlandse middelbare scholieren en een van de populairste Nederlandstalige schrijvers achter het IJzeren Gordijn’. In: Haagse Post, 24 november 1973. Opgenomen in:
Jos de Man, ‘De lichte schizofrenie van Ruyslinck’. In: Ik ga altijd uit de weg voor een andere ezel, p.13-24. Manteau info, 1975. |
30. | Willem M. Roggeman, ‘Gesprek met Ward Ruyslinck over verbeelding en engagement’. In: De Vlaamse Gids, jrg. 57, december 1973. Opgenomen in: Beroepsgeheim: Gesprekken met schrijvers, Nijgh & Van Ditmar, 1975 |
31. | Leo de Haes, ‘Ward Ruyslinck: je geneest nooit van een kwaal door het schrijven van een boek’. In: De Nieuwe Linie, 12 december 1973 |
32. | Herman De Coninck, ‘Humo sprak met Ward Ruyslinck’. In: Humo, 30 januari 1975. |
33. | Lode Ramaekers, ‘Ward Ruyslinck: Ondanks de populariteit blijf je eenzaam en geïsoleerd’. In: Het Belang van Limburg, zaterdag 8 en zondag 9 maart 1975. |
Herman de Coninck, ‘HUMO sprak met Ward Ruyslinck’. In Humo, 1975. | |
34. | Paul Koeck, ‘Te gast bij Ward Ruyslinck: mensen lopen met geweertjes rond’. In: Zie Magazine, 14 maart 1975. |
35. | Tessa Vermeiren, ‘4 oktober 1975 Werelddierendag. Ward Ruyslinck: Zijn wij barbaren?’. In: Ons Volk, 3 oktober 1975. |
36. | Wilfried Vanhove, ‘Ward Ruyslinck spreekt in naam van de beesten’. In: Vooruit, 18 november 1975 |
37. | Joos Florquin, Ten huize van …, twaalfde reeks, Davidsfonds, Leuven, 1976, p 164-212. |
38. | M. Ceriez en A. Christiaens, ‘Ward Ruyslinck Literair engagement’. In : Spectator, 29 mei 1976. |
39. | Claus Brockhaus, ‘Ward Ruyslinck: Geen interesse voor verleden’ (interview in Museum Plantin-Moretus i.v.m. uitzending film Wierook en tranen op zondagavond 1 mei op Nederland 1). In: VPRO-Gids, 23 april-6 mei 1977. |
40. | Klaas koopman, ‘Interview Wierook en tranen’ (t.b.v. de uitzending op zondagavond 1 mei op Nederland 1). In: NCRV-gids, 23 april-6 mei 1977. |
41. | Jos Borré, ‘Een gesprek ‘con sordino’ met Ward Ruyslinck’. In: Turnhout Ekspres, 5 januari 1978 |
42. | Dennis De Nice, ‘Ward Ruyslinck: Slechts heel stilaan komt er wat eerbied voor de dieren’. In: Mimo, 9 augustus 1978. |
43. | Leo Geerts, ‘Ward Ruyslinck: Op toernee met Leopold Sondag. II. Praten met Ruyslinck over zijn nieuw boek’. In: De Nieuwe, 29 september 1978. |
44. | Dennis De Nice, ‘Geluidspollutie: Oor-verdovend …’. Een Mimo-dossiertje in twee delen: ‘Wie zijn de grote lawaaimakers’, ‘hoe schuldig zijn we zelf en wat doet de wet?’ Plus een gesprek met Ward Ruyslinck. In: Mimo, 13 december 1978. |
45. | Marc van Impe en Ids Haagsma, ‘De vrolijke jaren van Raes en Ruyslinck’, In: Nieuwsnet, 24 maart 1979.i |
46. | Piet Sterckx, ‘Erg jong schreef ik al dikke romans, Ward Ruyslinck van zijn zesde tot zijn vijftigste’. In: De Nieuwe Gazet, 8 juni 1979. |
47. | Piet Piryns, ‘Het klinkt pedant, maar ik schijn een rijk, geschakeerd en correct Nederlands te schrijven’. In: Vrij Nederland, 7 juli 1979. |
48. | Jef Van Gool, ‘Ward Ruyslinck: Ik geloof dat geluk in het leven een kwestie is van momenten’. In: Lezerskrant, september 1979 |
49. | Jos Borré , ‘Het onvermogen om zich aan te passen’. In: Spectator, 9 september 1972. |
50. | Piet Piryns, ‘Ward Ruyslinck: Waarschijnlijk zou ik me meer in drek en drift moeten wentelen’. In: Humo, 4 oktober 1979 |
51. | Stan Lauryssens, ‘Boekenbeurs: De ziener van Pulle’. In: Panorama, 2 november 1979 en Mimo, november 1979. |
52. | Lode Ramaekers, ‘Een avondje met Ward Ruyslinck’. In: Het belang van Limburg, 3 november 1979 |
53. | Tjok, ‘Het duel met de pudding. Een gesprek met Ward Ruyslinck’ (n.a.v. het succes van de toneelbewerking van Het reservaat in het Antwerpse Meirtheater). In: TJOK (CJP), maart 1980 |
54. | Stefaan van den Bremt, ‘Na gillen komt lillen’. In: Knack, 3 september 1980. |
55. | Monika Lo Cascio, ‘Interview met Ward Ruyslinck’. In: Anderland, 1980, jrg. 1, nr. 2 |
56. | Wim Zaal, ‘Ward Ruyslinck: schrijven tegen de bierkaai’. In: Elseviers Magazine, 22 november 1980 |
57. | Carlos Alleene, ‘Mijn boeken komen duidelijk bij het verkeerde publiek terecht’. In: Spectator, 28 maart 1981 |
58. | Henk Egbers, ‘De brakke wereld van Octave Landuyt’. In: De Stem, 10 juni 1981. |
59. | Herman Depauw en Dirk Van Hulle, ‘Schrijven is het organiseren van de innerlijke chaos, Van ‘De ontaarde slapers’ tot ‘De boze droom het medeleven’’, typo script voor Ons Weekblad, 1982 |
60. | Daan Cartens, ‘In gesprek met Ward Ruyslinck: Een criticus moet slimmer of begaafder zijn dan de auteur’. In: Over Ward Ruyslinck. Beschouwingen en interviews, Redactie Daan Cartens, Uitg. BZZTôH, De Haag, 1982 |
61. | Gaston Durnez, ‘Ward Ruyslinck. Ik vecht tegen de chaos’. In: Vlaamse schrijvers, vijfentwintig portretten door Gaston Durnez, Manteau, Antwerpen/Amsterdam,1982. Ook in: De Standaard, 25 maart 1982. |
62. | Moniek Stuart, ‘In gesprek met Ward Ruyslinck’. In: Vrede, maart 1982 |
63. | Carlos Alleene, ‘Ik loop niet met Marx onder mijn armen’. In: Spectator, 1 mei 1982 |
64. | Suz van Elzen en Marc Reynebeau, ‘Het voordeel van de twijfel. “Men moet ervan uitgaan dat ik eerlijk ben”, Ward Ruyslinck over zijn werk’. In: Knack Magazine, 21 juli 1982 |
65. | Henk Egbers, ‘Ward Ruyslinck en De Boze Droom van het medeleven: “Waar moeten wij in godsnaam met onze emoties heen?”’. In De Stem, 21 augustus 1982 |
66. | Ingrid Vander Veken, ‘De school vormt geen lezers’. In: De Nieuwe Gazet, 3 september 1982 |
67. | Chris Dewitte, ‘Ward Ruyslinck – De boze droom het medeleven’, script radio-interview BRT-3 woord ‘Kroniek 20 september 1982’ |
68. | Myrle Tjoeng, ‘Ward Ruyslinck: schrijven om te overleven’. In: Literama, 17e jrg. nr. 8, december 1982 (t.b.v. Literama (NCRV-uitzending) van woensdag 15 december 1982, 23.00-23.55 uur. |
69. | Aarnout de Bruyne, ‘Schuilend in zijn weerloosheid’ (Ward Ruyslinck). In: Ons Erfdeel, p. 743-745, 1982 |
70. | Jan Gerits, ‘Gesprek met Ward Ruyslinck. Wat ik schrijf ben ik eigenlijk’. In: Autotoerist, 16 juni 1983 |
71. | Carlos Alleene, ‘Ward Ruyslinck: Ik ben een bescheiden cultuurfilosoof’. In: Spectator, 12 november 1983 |
72. | René T’Sas, ‘Het temperament van Ward Ruyslinck. Ik maak me zo klein mogelijk’. In: Hervormd Nederland magazine, 17 december 1983. |
73. | Marc de Leeuw en Anne-Margreet Bisdom, Ward Ruyslinck over ‘Sturm und Drang’ en het verliezen van slagtanden’. In: Uitgang (Breda), december 1984 (interview is nog afgenomen in het Museum Plantin-Moretus) |
74. | Fernand Auwera, ‘Ward Ruyslinck’. In: Engagement of escapisme?, Het Wereldvenster/ Standaard Uitgeverij, Weesp/Antwerpen, 1985 |
75. | Carlos Alleene, ‘Ward Ruyslinck: Ik ben altijd het haasje geweest’. In: Het Volk, 2 april 1985. |
76. | Marc Stroobant, ‘In gesprek met Ward Ruyslinck’. In: We noemen je: boek, jrg. 1, nr. 1, september 1985 |
77. | Jan Lampo, ‘De uilen van Minerva, Ward Ruyslinck: autobiografische fictie’. In: De Nieuwe, 5 september 1985. |
78. | Mark Strooband, ‘De link met Ruyslinck’. In: Nioba, september 1985, p. 56-59 |
79. | Jan Lampo, ‘De uilen van Minerva of De schrijver en de ambtenaar: een confrontatie met Ward Ruyslinck’. In: Oh-Men, september-november 1985 |
80. | Carlos Alleene, ‘Ward Ruyslinck: Wie kritisch denkt staat ideologisch nergens’. In: Het Volk, 5 september 1985 |
81. | H.R., ‘Een schrijver mag niet verzwijgen’. In: Het Belang van Limburg, 30 september 1985 |
82. | Jos Vranckx, ‘De uilen van Minerva of het sjagrijn van een kleine ambtenaar’. In: Gazet van Antwerpen, 3 oktober 1985 |
83. | Dirk Depreeuw, ‘Onze maatschappij is helemaal op weg naar ontmenselijking’. In: Intermediair, 11 oktober 1985 |
84. | Tom Marees, ‘Ward Ruyslinck: Tegen mijn vrouw heb ik vaak gezegd: de literatuur is mijn echtgenote en jij bent mijn minnares …’. In: Libelle, 22 oktober 1985 |
85. | Dan Vlaeminck, ‘Ward Ruyslinck: Er wordt te weinig voor de dieren gedaan’. In: TV-Ekspres, 13 april 1987 in de serie: ‘Als ik ooit eens rijk was’. |
86. | Rudi Hermans, ‘Ik beken dat ik een gelukkige jeugd heb gehad’. In: Het Belang van Limburg, 5 oktober 1987 |
87. | Carlos Alleene, ‘Er worden momenteel meer ideologieën dan ideeën verkondigd’. In: Het Volk, 19 november 1987 |
88. | Gerard Chel, ‘Ward Ruyslinck al dertig jaar geliefd in Nederland: Ik krijg soms kippevel als ik jullie iets hoor zeggen’. In: Amersfoortse courant/Veluws Dagblad/Leidse Courant, 19 maart 1988 |
89. | (mc), ‘IJlings naar stille waters’. In: Humo, 2 maart 1989 |
90. | Peter van Beek, ‘Ward Ruyslinck: Cultuur is als rommel: als je het nodig hebt, is het net weggegooid’. In: Trouw, 29 april 1989 |
91. | Luc Rasquin, ‘Ward Ruyslinck, IJlings naar nergens: We leven in een tijd waarin korruptie en manipulatie niet meer als fout beschouwd worden’. In: De Rode Vaan, 16 juni 1989 |
92. | Jos Vranckx, ‘Ward Ruyslinck zestig: Ik ben een constructieve pessimist’. In: Gazet van Antwerpen, 17 juni 1989 en ‘Ward Ruyslinck rebel van zestig jaar: Ik ben een constructieve pessimist’. In: Leidse Courant, 9 september 1989 |
93. | Monika Lo Cascio, ‘Hunkerende poëzie van een “prozabeest”. Ward Ruyslinck’, Gierik, jrg. 6, 1988. |
94. | Peter Claeys, ‘In gesprek met Ward Ruyslinck’. In: Het Rijk der Vrouw, 15 september 1989 |
95. | NN, 22 interview-vragen in typoscript beantwoord 1989 |
96. | Koen Vermeiren, ‘Ward Ruyslinck: De maatschappij is niet veranderd, ik ben veranderd. In: Profiel Ward Ruyslinck p 31 – 43, Manteau, 1992, |
97. | Leonoor Wagenaar, ‘Ward Ruyslinck’. In: Het Parool, 2 mei 1992 |
98. | Ruut Verhoeven, ‘Ze verklaarde de liefde tussen Monika en mij de oorlog. Daarbij schuwde ze geen enkel middel’. In: Trouw, 14 mei 1992. |
99. | Petra Janbroers, ‘De zwarte bladzijde van een verboden liefde. Autobiografische brievenroman van Ward Ruyslinck en minnares Monika Lo Cascio zet Vlaanderen op achterste benen’. In: De Telegraaf, 30 mei 1992 |
100. | Jeroen Kuypers, ‘Nieuwe roman van Ward Ruyslinck verwekt schandaal in Vlaanderen’. In: Leidse Courant, 15 mei 1992. |
101. | Jeroen Kuypers, Piet de Moor, ‘Het vanzelfsprekende engagement van Ward Ruyslinck’. In: Het Volk, 7 september 1995 |
102. | Diane De Keyser, ‘Auteur Ward Ruyslinck had eigenlijk helemaal geen zin meer om nog voor televisie te werken: Hou ze van mijn lijf, die filmers!’. In: TV-Ekspres, 16 januari 1996 |
103. | Filip Decruynaere, ‘Alleen met wijn en een pistool. Oog in oog met Ward Ruyslinck’. In: Het Volk, 23 januari 1996 |
104. | Ludo Dosogne, ‘Volgens Ward Ruyslinck is mens niet meer vatbaar voor verbetering Ik zou me liefst in mijn huis verschansen’. In: Gazet van Antwerpen, 22, 23 en 24 mei 1999. |
105. | Bart Venegeren, ‘Ik vind dat ik onheus behandeld ben. Een klein beetje eerherstel zo wel mogen’. In: Humo, 15 juni 1999. |
106. | Ingrid Vander Veken, ‘Ward Ruyslinck viert 70ste verjaardag met ontluisterende roman over 21ste eeuw: Ik laat me niet afslachten’. In: De Nieuwe Gazet, 12 en 13 mei 1999 |
107. | Conny Terwecoren, ‘Rustig genieten in Meise’. In: Het Nieuwsblad, 25 juni 1999 |
108. | Bart Alleman, ‘Er is niets positiefs aan iemands dood. Maar ik durf te zeggen dat ik me na verloop van tijd opgelucht voelde’. In: Dag Allemaal, 7 september 1999. |
109. | Dirk Martens, ‘Ward Ruyslinck legt zijn pen neer: Als een spin vanuit een web heb ik de buitenwereld beloerd. Ik voel me niet thuis in deze tijd’. In: onbekend krantenknipsel uit 2001 |
110. | Martine Cuyt, ‘Ward Ruyslinck, Ik heb mijn pen neergelegd’. In: Gazet van Antwerpen in de reeks ‘Mensen van invloed op het leven van …’, 19 augustus 2003 |
111. | Bart Vanegeren, ‘Naar eer en geweten: op zoek naar de ziel van Ward Ruyslinck: Het is hopeloos. We zijn in een wereld van waanzin terecht gekomen’. In: Humo, 23 november 2004 |
112. | Martine Cuyt, ‘75-jarige Ward Ruyslinck kijkt huizenhoog op tegen vieringen. Geef me toch een rustige oude dag’. In: Gazet van Antwerpen, 4 en 5 december 2004. |
113. | Gunther Ritsmans, ‘Ward Ruyslinck, mijn Meise’. In: Het Laatste Nieuws, 3 december 2005. |
114. | Margot Vanderstraeten, ‘Moet ik rancuneus zijn? Ward Ruyslinck blikt terug op zijn leven en oeuvre’. In: De Morgen, 29 maart 2006, opgenomen in de gebundelde interviews onder de titel Schrijvers gaan niet dood. Uitgeverij Atlas, 2008 |
Geraadpleegd beeldmateriaal
- Echo, ‘Op 15 oktober 1966 zond de VRT dit uit’, op 11-01-2017 gedownload: <http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/dagopdag2014/oktober%2B2014/1.2112445>
‘In 1966 willen studenten van Nijmegen, die zich ‘Les chevaliers de la volière’ noemen, de banden tussen Noord en Zuid aanhalen. Dat doen ze door de Vlaamse auteurs Hubert Lampo en Ward Ruyslinck te huldigen, samen met burgemeester Janssens van het Noord-Brabantse Aarle-Rixtel.
Echo is er als de kippen bij in de Boerenkrijgschuur in Tongerlo.’ - Joos Florquin, ‘Ten huize van Ward Ruyslinck’, op 10 maart en 7 april 1975 uitgezonden (op schrift gesteld in de bundel Ten huize van ….); programma op 10-12-2015 gedownload:
<http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/archief/boek/1.1678505>.
Joos Florquin zoekt de schrijver Ward Ruyslinck op in zijn huis te Pulle. Ze voeren een gesprek over het huis, de ongerepte natuur, over Ruyslincks succes als schrijver, over zijn reizen en over zijn status als wonderkind. Met huiselijke taferelen onder meer: gesprek van Ward Ruyslinck met zijn zoon Chris over muziek en zijn pianospel en een vraaggesprek met Leo De Belser. - ‘Ward Ruyslinck in naam van de beesten’, in Panorama op 22-04-1976 uitgezonden, op 07-01-2016 gedownload: <http://cobra.canvas.be/cm/ cobra/videozone/archief/boek/1.1678522>.
In 1976 doet de Koninklijke Maatschappij voor Dierenbescherming schrijver Ward Ruyslinck een proces aan wegens eerroof. Ruyslinck had in zijn boek ‘In naam van de beesten’ aangegeven dat de maatschappij mogelijk medeverantwoordelijk was voor dierenmishandeling. In de Panorama-reportage komen beide partijen aan het woord en vliegen de beschuldigingen heen en weer. - Jo Daams, ‘Ward Ruyslinck in beeld’, Een programma ‘Nederlands’ van de BRT-schooluitzendingen uit 1980 naar aanleiding van de uitreiking van de Europalia-prijs voor zijn oeuvre. Op 10-12-2015 gedownload: <http://cobra.canvas.be/cm/cobra/videozone/archief/boek/ 1678518>.
Met het slot van het toneelstuk Het reservaat en een interview met de hoofdrolspeler Basile Jonas en re- acties van scholieren na het bezoek aan het toneelstuk. Ward Ruyslinck licht zijn werken toe van ‘De sloper in het slakkehuis tot Wurgtechnieken’. Op de achtergrond speelt Chris De Belser piano. - Rob Hemker en Jan van Vuure, Ward Ruyslinck in de serie ‘Schrijvers in beeld’, Amsterdam, 1985, Stichting schrijvers in beeld. (Videofilm uit het archief Literatuurmuseum, omgezet op DVD)
- Coda, 18 september 1987, Experiment van Ward Ruyslinck, Toen poëzie nog op tv kwam. Op 11-01-2017 gedownload: <http://cobra.canvas.be/ cm/cobra/videozone/rubriek/boek-videozone/1.2109654>.
- ‘Wie schrijft die blijft’ – Ward Ruyslinck. In een 22 minuten durende film wordt met Ward Ruyslinck in het mei 1989 teruggeblikt op zijn schrijverschap in de jaren 80, met name op De uilen van Minerva en IJlings naar nergens. Productie: BRTN TV1, Producer: Dirk Christiaens, Regie: Jackey Claeys, Regie-assistente: Lea Van Egdom, Interviewer: Martin Coenen. Voor kijkers die een programma hadden gemist bracht Globe-TV een aantal VHS-cassettes uit met filmportretten van verschillende schrijvers. In deel 2 van de serie komen de schrijvers Ward Ruyslinck, Jef Geeraerts, Leon de Winter en Jeroen Brouwers aan het woord. VHS-cassette, speeltijd: 89 min (omgezet op DVD).
- Tv-serie ‘Schrijvers over de oorlog’, deel 1: ‘Ward Ruyslinck over Wierook en tranen’. Regie/productie: Kees van Harten, camera: Marten Grootjans, geluid: Wim Mulder. Voor her eerst uitgezonden door NOT School TV op Nederland 3 op 24 april 1990. Voice over: Dick Klees. Dank aan <https://tvenradiodb.nl/index.php/10239/schrijvers-over-de-oorlog. html>
Aanvullende secundaire bibliografie
(Niet geraadpleegde literatuur uit de ‘Bibliografie’ van Christiaan Germonpré. I Profiel Ward Ruyslinck, Manteau, Antwerpen/Amsterdam, 1992.)
Naslagwerken
– Joris Baers en Paul Hardy, ‘Ruyslinck, Ward’. In: Lectuur-Repertorium, deel 2 H-R, Vlaamse Boekcentrale/Nederlands Boekhuis, Antwerpen/Tilburg 1953, p. 2127-2128.
– Jos Borré en Guy van Hoof, ‘Ward Ruyslinck’. In: Literaire gids voor provincie en stad Antwerpen, Hadewijch, Schoten 1985, p. 97 en 99.
– Rik Decan, ‘De Belser, Raymond’. In: Wie is wie in Vlaanderen 1980, Eerste uitgave, Cegos Makrotest, Brussel, 1980, p. 199.
– Rik Decan, ‘De Belser, Raymond’. In: Wie is wie in Vlaanderen 1989-1993, Biografische encyclopedie, Derde Uitgave, BRD, Brussel1989, p. 259.
– Paul Hardy en Xaveer de Win, ‘Ruyslinck, Ward’. In: Lectuur-Repertorium 1952-1966, deel 2 H-R, Vlaamse Boekcentrale/Nederlands Boekhuis, Antwerpen/Tilburg 1969, p. 1580.
– R.F. Lissens e.a., ‘Ruyslinck, Ward’. In: Winkler Prins Lexicon van de Nederlandse letterkunde, auteurs, anonieme werken, periodieken, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1986, p. 349.
– Josien Moerman, ‘Ruyslinck, Ward’. In: Spectrum Nederlandstalige auteurs, Het Spectrum, Utrecht 1985, p. 201.
– Anne Marie Musschoot, ‘Ruyslinck, Ward’. In: Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur, deel 8, De Standaard/De Haan, Antwerpen/Weesp 1983, p. 211-212.
– G.J. van Borh en P.J. Verkruijsse, ‘Ruyslinck Ward’. In: De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs, De Haan, Weesp, 1985, p. 505-506.
– J. van Geelen e.a., ‘Ruyslinck, Ward’. In: Lexicon van de moderne Nederlandse literatuur. Biografische en bibliografische gegevens van bijna 500 auteurs uit België, Friesland en Nederland, Meulenhoff, Amsterdam, 1976, p. 123-124.
– Paul Waterschoot e.a., ‘Ruyslinck, Ward’. In: Lectuur-Repertorium 1967-1978, deel 3 P-Z, K.C.L.B./N.B.L.C, Antwerpen/Den Haag, 1981, p. 2204-2205.
Literaire portretten van Ward Ruyslinck in tijdschriften en essays
– Marc Andries, ‘Ward Ruyslinck. Meesterschap door herhaling’. In: Kamers voor lezers. Vijftig Nederlandstalige auteurs uit Vlaanderen en Nederland, MIM, Deurne-Antwerpen, 1985, p. 50-53.
– Hugo Bousset, ‘Ward Ruyslinck. In: Grenzen verleggen. De Vlaamse proza-literatuur 1970-1986. I. Trends, Houtekiet, Antwerpen, 1988, p. 13-14.
– M. de Bie, ‘Ward Ruyslinck’. In: Uitgelezen 2, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, ‘s-Gravenhage, 1983, p. 81-90.
– José de Ceulaer, ‘Ward Ruyslinck’. In: Toortsen 19, Eigen beheer, Melle, p. 12-13.
– Joris Gerits, ‘Ward Ruyslinck’. In: Kritisch Lexicon van de Nederlandstalige literatuur na 1945, Samson Uitgeverij/Wolters-Noordhoff, Brussel Alphen aan den Rijn/Groningen, mei 1982.
– Karel Jonckheere, ‘Ward Ruyslinck: Mijn glimlach is zweep’. In: Toon mij hoe je schrijft, Lannoo, Tielt/Utrecht, p. 193-199.
– Bernard Kemp, ‘Ward Ruyslinck’. In: Victor Suy: Een schilder. Dertig schrijvers, Uitgeverij Danthe, Sint-Niklaas, 1981, p. 154-159.
– Jacques Kersten, ‘Ward Ruyslinck. In: Jaarboek Vlaamse literatuur 1986, Uitgeverij Grammens, Brussel, 1986, p. 144-159.
– R.F. Lissens, ‘Ward Ruyslinck’. In: De Vlaamse letterkunde van 1780 tot heden, Elsevier, Brussel/Amsterdam, 1976, p. 286-287.
– Eric Rinckhout, ‘Ruyslinck, Cox, Belser, Sondag en de andere vermommingen van Raymond de Belser’. In: Vier generatiegenoten. Fernand Auwera. Hugo Claus, Hugo Raes. Ward Ruyslinck. Yang, jrg. 15, nr. 89, 1979, p. 101-116.
– Paul van Aken, ‘Ward Ruyslinck’. In: Lees wijs, letterwijzer. Een overzicht van de Nederlandse literatuur, Manteau, Brussel/Amsterdam, 1978, p. 180-181.
– A. Vandeghinste, ‘Ward Ruyslinck, 1929’. In: Ontmoetingen met 73 Vlaamse kunstenaars. Teksten en foto’s, Uitgeverij Atlas, Kortrijk, 1974, p. 80-81.
Licentiaatsverhandelingen
– Aline Christiaens, ‘Het reservaat’ van Ward Ruyslinck als anti-utopie. Een vergelijkende studie met ‘1984’van George Orwell en ‘Brave new world’ van Aldous Huxley, Katholieke Universiteit Leuven, 1972.
– Erik van Broeck, ‘De heksenkring’ door Ward Ruyslinck als geëngageerd roman, Katholieke Universiteit Leuven, 1974.
– Michel Backaert, Ruyslinck ‘s ‘Reservaat’. Eenheid van vorm en thematiek, Vrije Universiteit Brussel, 1975.
– Maria Schroyens, Analyse van enkele structuuraspecten van Ruyslincks roman ‘De heksenkring’, Universitaire Instelling Antwerpen, 1976.
– Christine Janssens, Analyse van enkele structuuraspecten van Ruyslincks roman ‘Het reservaat’, Universitaire Instelling Antwerpen, 1977.
– Eric Rinckhout, Tussen registratie en reconstructie. De problemen in de werkelijkheidvoorstelling in twee prozawerken van Ward Ruyslinck: ‘Het dal van Hinnom’ en ‘De stille zomer’, Vrije Universiteit Brussel, 1978.
– Marleen Huybrecht, Poging tot vergelijkende interpretatie van twee anti-utopieën: ‘Het Reservaat’ van Ward Ruyslinck en ‘Brave New World’ van Aldous Huxley, Vrije Universiteit Brussel, 1979.
– Mark Morren, Het nieuwere realistische proza van Ward Ruyslinck. Interne analyse en vergelijking van ‘Wurgtechnieken’ (1980) en ‘De boze droom het medeleven’ (1982), Vrije Universiteit Brussel, 1983.
– Marc Sinnaeve, ‘Het reservaat’ van Ward Ruyslinck in het licht van de anti-utopie, Université Libre de Bruxelles, 1984.
Algemene bijdragen over Ward Ruyslinck in tijdschriften en dagbladen
– John Bakkenhoven, ‘Ward Ruyslinck’. In: Boek magazine, jrg. 2, nr. 2, 1979, p. 76-87.
– Jacques Kersten en Kees Simhoffer, ‘Ik ben bezeten van bepaalde dingen’. In: Zebra, jrg. 1, 1977-1978, nr. 0, april 1977, p. 11-13.
– Alex Rosseels, ‘Ward Ruyslinck Vijftig. Gewond door de werkelijkheid, maar onkwetsbaar in de verbeelding’. In: Avenue, april 1979, p. 26-39.
– Paul de Wispelaere, ‘Toespraak op de Arkprijs-uitreiking’. In: Nieuw Vlaams Tijdschrift, jrg. 32, nr. 4, 1979, p. 344-347.
– Depo, ‘Praten over het schrijverschap. Blijft Ward Ruyslinck gekneusde filantroop?’. In: Het Volk, 12 juni 1980.
– Gaston Durnez, ‘Jarige Ruyslinck krijgt zijn verhalen cadeau’. In: De Standaard, 21 juni 1989.
– Frans Heymans, ‘Tentoonstelling Ward Ruyslinck. Openingstoespraak gehouden op 22.3.1985’. In: Spectraal, jrg. 8, nr. 2, 1985, p. 47-51.
– Frank Albers, ‘Tussen Perschings en videoclips. Moeder waarom schrijven wij?’ In: Yang, jrg. 22, nr. 127, 1986, p. 8.
– Willy Spillebeen, ‘Literatuurprijzen’. In: Ons Erfdeel, jrg. 10, nr. 3, 1967, p. 170-171.
– Jos Vranckx, ‘Wierook en bloemen voor zestigjarige Ward Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 21 juni 1989.
– Ugo Verbeke, ‘Ward Ruyslinck. Het “onbegrensd zijn als auteur”’. In: ‘t Kofschip, jrg. 28, nr. 4, 1990, p. 45-47.
– Sjak Jansen, ‘De ware Liefde van Ward Ruyslinck’. In: Algemeen Dagblad, 11 april 1992.
GEDICHTENBUNDELS EN GEDICHTENCYCLI
De citer van Tijl (1951)
– Mathieu Rutten, ‘Kroniek in klein bestek’. In: De Vlaamse Gids, jrg. 36, 1952, p. 436.
Het huis onder de beuken (1952)
– Albert Westerlinck, ‘Dichters of die het willen worden’. In: Dietsche Warande & Belfort, oktober 1952, p. 509-510.
– Mathieu Rutten, ‘Kroniek in klein bestek’. In: De Vlaamse Gids, jrg. 37, 1953, p. 178.
Fanaal in de mist (1956)
– Veldeke, ‘Ward Ruyslinck: Fanaal in de mist’. In: ‘t Pallieterke, jrg. 12, nr. 15, 12 april 1956.
– R.C., ‘Kroniek der Poëzie’. In: Brugsch Handelsblad, 2 februari 1957.
– Jos de Haes, ‘Kroniek der Vlaamse poëzie’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 57, 1957, p. 547.
Neozoisch: parapoetische montages (1971)
– Mark Dangin, ‘Ward Ruyslinck opnieuw dichter?’. In: Vooruit, 30 september 1971.
– Fred de Swert, ‘Ward Ruyslinck: Neozoïsch parapoëtische montages’. In: Boekengids, jrg. 49, nr. 9, november 1971, p. 496.
– Paul Kruyniers, ‘Ward Ruyslinck: Neozoïsch’. In: Lektuurgids, jrg. 14, nr. 1-2, 1972, p. 29.
– Hugo Brems, ‘Een mospoliep’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 117, nr. 5, juni 1972, p. 390-391.
– J.J. Wesselo, ‘Geëngageerd oordelen’. In: Raam, nr. 94, mei 1973, p. 2.
Hunkerend gevangen (1988)
– Jos Omblets, ‘De hekel van Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 28 oktober 1988.
– Jan Baes, ‘Ward Ruyslinck: Hunkerend gevangen’. In: Lektuurgids, jrg. 36, nr. 2, februari 1989, p. 99.
NOVELLEN EN VERHALEN
De ontaarde slapers (1957)
– Paul Hardy, ‘Romankroniek’. In: Boekengids, jrg. 35, nr. 5, juni 1957, p. 197-198.
– Urbain van de Voorde, ‘Jonge Vlaamse vertellers’. In: De Standaard, 27 september 1957.
– C.J. Kelk, ‘Van psychisch naar physiek’. In: De Groene Amsterdammer, 16 november 1957.
– Ralph Baden Powell, ‘Ruyslincks Bonne nuit tristesse’. In: Ons Erfdeel, jrg. 13, nr. 3, maart 1970, p. 83-86.
– B.A. Dijkstra/Schut, ‘De ontaarde slapers’. In: Boeken uit onze eeuw, Wolters/Noordhoff, Groningen 1974, p. 188-192.
– Jan Emiel Daele, Omtrent De ontaarde slapers van Ward Ruyslinck, Manteau, Brussel/Den Haag 1976.
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: De ontaarde slapers’. In: Lexicon van literaire werken, 8 november 1990, Wolters-Noordhoff, Groningen 1990.
Wierook en tranen (1958)
– Paul Hardy, ‘Vluchten: romantisch motief’. In: Boekengids, jrg. 37 nr. 2, februari 1959, p. 46-47.
– P. de Prins, ‘Wierook en tranen door Ward Ruyslinck’. In: De Periscoop, jrg. 9, nr. 5, 1 maart 1959, p. 3.
– C.J. Kelk, ‘Ward Ruyslincks Wierook en tranen, het boek van de maand’. In: De Groene Amsterdammer, 14 november 1959.
– J. Roeland-Vermeer, ‘Nieuwe Zuid-Nederlandse verhalen en romans’. In: Kultuurleven, jrg. 27, nr. 3, maart-april 1960, p. 195-197.
– L.E. de Meulenaer, ‘Kanttekeningen bij de cursorische lectuur van Ward Ruyslincks Wierook en tranen’. In: Nova et vetera, jrg. 48, 1970-1971, nr. 1, 1970, p. 32-47.
– Huib Dejonghe, ‘Ruyslincks Wierook en tranen op TV’. In: De Standaard, 6 april 1977.
– F.J. Bromberg, ‘Zakelijke verfilming van Wierook en tranen’. In: Het Binnenhof, 29 april 1977.
– Roland Rentmeesters, ‘De vlucht van ‘40: een verhaal vol (wie-) rook en tranen’. In: Zondagsblad, 23 april 1977.
– G.M., ‘Wierook en tranen met Waldo en Vera’. In: Het Belang van Limburg, 23 april 1977.
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: Wierook en tranen’. In: Lexicon van literaire werken, Wolters-Noordhoff, Groningen4 december 1989.
– Gaston Durnez, ‘In de zonnige mei, toen de hemel instortte. Wierook en tranen: het drama van de vluchtelingen’. In: De Standaard, 16 mei 1990.
De madonna met de buil (1959)
– Paul Hardy, ‘Najaar 1959’. In: Boekengids, jrg. 38, nr. l, januari 1960, p. 9.
– Lieve Scheer, ‘Ward Ruyslinck: De madonna met de buil’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 105, 1960, p. 66-67.
– Jan van Nivesdonck, ‘Ward Ruyslinck: De madonna met de buil’. In: De Nieuwe Gids, 20 en 21 februari 1960.
– Remi van de Moortel, ‘De madonna met de buil’. In: De Landwacht, 5 maart 1960.
– José Boyens, ‘Ward Ruyslinck, een sobere barokauteur’. In: Jeugd en cultuur, jrg. 8, nr. 8, mei 1963, p. 351-358 en 392-397.
– Luc van Hoeylandt, ‘Boeken’. In: Pilipilli, jrg. 1, 1970-1971, nr. 6-7, 1971, p. 17-18.
– Rik Lanckrock, ‘Eventjes nostalgis!’. In: De Geus van Gent, december 1988, p. 19.
De stille zomer (1962)
– Bernard Kemp, ‘De stille zomer’. In: De Linie, 4 januari 1963.
– Paul Hardy, ‘Romans en verhalen’. In: Boekengids, jrg. 41, nr. 2, februari 1963, p. 44-45.
– Huib Thomassen, ‘Ward Ruyslinck: De stille zomer’. In: De Nieuwe Gids, 23 februari 1963.
– Urbain Vandevoorde, ‘Het debuut niet overtroffen’. In: De Standaard, 16 maart 1963.
– Luc van Hoeylandt, ‘Ward Ruyslinck: De stille zomer’. In: Pilipilli, nr. 4, 1971, p. 3.
– Jos Borré, Omtrent De stille zomer van Ward Ruyslinck, Manteau, Brussel/Amsterdam, 1979.
– Redactie, ‘Ward Ruyslinck: De stille zomer’. In: Boekengids, jrg. 67, nr. 3, april 1989, p. 217-218.
– R.D., ‘Ward Ruyslinck: De stille zomer’. In: Lektuurgids, jrg. 36, nr. 8, oktober 1989, p. 496.
De oeroude vijver (1964)
– Th.S., ‘Herdrukken vragen aandacht. Verantwoorde Vlaamse en Nederlandse uitgaven’. In: Centrum, Utrecht, 18 juli 1966.
– X, ‘Ward Ruyslinck: De oeroude vijver’. In: De Nieuwe Gids, 6 januari 1969.
– X, ‘Ward Ruyslinck: De oeroude vijver’. In: Het Volk, 6 januari 1969.
– Hans Werkman, ‘Ward Ruyslinck: De oeroude vijver’. In: Nederlands Dagblad, 8 januari 1977.
– Walter Decuypere, ‘Ward Ruyslinck: De oeroude vijver’. In: De Moralist, nr. 10, mei 1977.
De paardevleeseters (1965)
– Marcel Janssens, ‘Ward Ruyslinck, navrant moralist’. In: De Nieuwe Gids, 25 en 26 september 1965.
– René Gijsen, ‘Sociale satire: De paardevleeseters’. In: De Nieuwe Gazet, 14 oktober 1965.
– Raymond Brulez, ‘Marnix Gijsen en Ward Ruyslinck’. In: Het Laatste Nieuws, 21 oktober 1965.
– J. Fontijn, ‘Nieuwe en oude verhalen van Ward Ruyslinck’. In: Het Parool, 23 oktober 1965. (over De madonna met de buil, De oeroude vijver en De paardevleeseters)
– Lieve Scheer, ‘De bekoorlijkheid van een glimlach’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 111, nr. 1, 1966, p. 73-74.
– Paul Hardy, ‘Romans en novellen’. In: Boekengids, jrg. 44, nr. 2, februari-maart 1966, p. 55-56.
– J.D., ‘Ward Ruyslinck: De paardevleeseters’. In: Volksunie, 12 februari 1966.
– H. de Jaeck, ‘Ward Ruyslinck: De paardevleeseters’. In: Lektuurgids, jrg. 13, nr. 3-4, 1966, p. 97-98.
De verliefde akela (1973)
– Paul de Wispelaere, ‘Romantische novelle van Ruyslinck. Motief van dood en hergeboorte’. In: Het Vaderland, 10 november 1973.
– Lionel Deflo, ‘Kanttekeningen bij recent Vlaams proza’. In: Kreatief, jrg. 7, nr. 5, 1973, p. 31.
– Dries Janssen, ‘Een blaffend schaap is nog geen poedel’. In: Het Belang van Limburg, 16 januari 1974.
– Henri -Floris Jespers, ‘De verliefde akela’. In: De Vlaamse Elsevier, 28 januari 1974.
– Willy Copmans, ‘Ward Ruyslinck, andermaal’. In: Mens en taak, jrg. 17, nr. 2, 1974, p. 41-42.
– Joris Gerits, ‘Ward Ruyslinck: De verliefde akela’. In: Streven, jrg. 27, 1973-1974, nr. 5, februari 1974, p. 524-525.
– H. de Jaeck, ‘Ward Ruyslinck: De verliefde akela’. In: Lektuurgids, jrg. 21, 1974, p. 167.
– André Demedts, ‘Verhalen van Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 119, nr. 5, juni 1974, p. 395-396.
– Daniël van Ryssel, ‘Proza van Ward Ruyslinck’. In: Vooruit, 27 juni 1974.
– Willy Vaerewijck, ‘De verliefde akela, een poëtische thriller’. In: Impact, nr. 76, september 1974, p. 100-101.
– J.J. Wesselo, ‘Oude Vlaamse nieuwe’. In: Raam, nr. 105, 1974, p. 53-54.
Alle verhalen (1979)
– Nicole Verschoore, ‘Alle verhalen’. In: Het Laatste Nieuws, 10 oktober 1979.
– André Demedts, ‘Alle verhalen van Ward Ruyslinck’. In: De Standaard, 16 november 1979.
– Frans Heymans, ‘Ward Ruyslinck: Alle verhalen’. In: Lektuurgids, jrg. 27, nr. 3, maart 1980, p. 123.
– Redactie, ‘Ward Ruyslinck: Alle verhalen’. In: Boekengids, jrg. 58, nr. 10, november-december 1980, p. 752.
Leegstaande huizen (1983)
– Jos Borré, ‘Ward Ruyslinck: om het plezier van het schrijven’. In: De Morgen, 12 november 1983.
– André Demedts, ‘Humor en zijn keerzij’. In: De Standaard, 16 november 1983.
– Jooris van Hulle, ‘Nieuwe verhalen van Ward Ruyslinck: Leegstaande huizen’. In: Yang, jrg. 19, nr. 114, december 1983, p. 85-86.
– Michel de Koning, ‘Een mengsel van ironie en absurditeit’. In: Brabants Nieuwsblad, 14 december 1983.
– Michel Laureys, ‘Recht op hoger opbod’. In: Randschrift, nr. 5, januari-februari 1984, p. 27.
– Bouke Jagt, ‘Verhalen en halffabrikaten’. In: Elseviers magazine, 25 februari 1984.
– Guy van Hoof, ‘Kroniek van de arme minnaar’. In: Deus ex machina, jrg. 8, nr. 31, 1984, p. 90.
– Willy Copmans, ‘Berichten over de absurde wereld’. In: Nieuwsblad van Geel, 1 juni 1984.
– Johan van Ommen en Liset Penson, ‘Ward Ruyslinck: Leegstaande huizen’. In: Prisma Uittrekselboek 2 1982-1986, Prisma Pocket {Utrecht 1986, p. 286-298.
Signalement (1983)
– X, ‘Zeeuws Kunstenaarscentrum met literaire mini-boekjes’. In: Gazet van Antwerpen, 18 februari 1984.
Verkenners (1986)
– X, ‘Verkenners’. In: Het Binnenhof, 8 november 1986.
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: Verkenners’. In: Boekengids, jrg. 65, nr. 2, februari 1987, p. 146.
– Erik Vermeulen, ‘Ward Ruyslinck: Verkenners’. In: Randschrift, jrg. 4, nr. 15, februari 1987, p. 39.
De beste verhalen van Ward Ruyslinck (1989)
– Rik Lanckrock, ‘Herfstlektuur’. In: De Geus van Gent, augustus 1989, p. 15.
– Ton Verbeeten, ‘Slordig eerbetoon aan een moralist. De beste verhalen van de zestigjarige Ward Ruyslinck’. In: De Gelderlander, 19 augustus 1989.
– Brigitta de Mulder, ‘Ward Ruyslinck: De beste verhalen’. In: Lektuurgids, jrg. 37, nr. 1, januari 1990, p. 32.
– Jooris van Hulle, ‘Vlaams proza’. In: Boekengids, jrg. 68, nr. l, januari-februari 1990, p. 10.
ROMANS EN BRIEVENBOEKEN
Het dal van Hinnom (1961)
– M.L. Nijdam, ‘Het dal van Hinnom: een nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: De Linie, 13 januari 1962.
– Frans van Suetendael, ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In: Lektuurgids, jrg. 9, nr. 1, januari 1962, p. 27.
– Paul Hardy, ‘Vlaamse romans’. In: Boekengids, jrg. 40, nr. l, januari-februari 1962, p. 5-6.
– Pierre H. Dubois, ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In Boek van nu, juni 1962, p. 182-183.
– Anne Wadman, ‘Het voorportaal van de hel, roman van de Vlaming Ward Ruyslinck’. In: Leeuwarder Courant, 28 maart 1964.
– Roger Tavernier, ‘Geautoriseerd’. In: Mep, nr. 14, 1966, p. 27-32.
– Rudolf van de Perre, ‘Vlaams proza: Depeuter en Ruyslinck’. In: Nieuwe Stemmen, jrg. 26, 1969-1970 nr. 7, juni-juli 1970, p. 215.
– Rudolf van de Perre, ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In: Nieuwe Stemmen, jrg. 30, nr. 6, mei-juni 1974, p. 188.
– Lieven Rens, ‘Boekbespreking’. In: Nieuwe stemmen, jrg. 30, nr. 6, 1974, p. 188.
– M. de Bie, ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In: Uitgelezen 2, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, ‘s-Gravenhage 1983, p. 83-85.
– Marc Strooband, ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In: Nioba, jrg. 5, nr. 33, 1985, p. 37-38.
– R.D., ‘Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom’. In: Lektuurgids, jrg. 32, nr. 5, mei 1985, p. 252.
Het reservaat (1964)
– Huib Thomassen, ‘Und dann und wann ein weisser Elefant’. In: De Nieuwe Gids, 27 en 28 juni 1964.
– Urbain van de Voorde, ‘Een projektie in morgen’. In: De Standaard, 4 juli 1964.
– Javeh Jovas, ‘Ward Ruyslinck: Het reservaat’. In: Links, 14 juli 1964.
– Georges van Vrekhem, ‘Het reservaat van Ward Ruyslinck’. In: Vooruit, 16 juli 1964.
– Feniks, ‘Ward Ruyslinck: Het reservaat’. In: ‘t Pallieterke, jrg. 20, nr. 29, 16 juli 1964.
– Lieve Scheer, ‘Een toekomstroman van Ward Ruyslinck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 109, nr. 9, november 1964, p. 9-11.
– Robin Hannelore, ‘Anti-bestialisme en choquante eerlijkheid’. In: Heibel, jrg. 1, nr. 1, 1965, p. 34.
– Luc Lamberechts, ‘Ward Ruyslinck: Het reservaat’. In: Jong-Nederlands literair tijdschrift, jrg. 2, nr. 2, 1965, p. 4-11.
– Clemens Spijker, ‘Het reservaat’. In: Twentse Courant, 8 juni 1974.
– Jan Uyttendale, ‘De schaduwen van morgen’. In: Hagelslag , 1e jrg., p.14-24, 1971.
– Wim D’Haveloose, ‘Ruyslinck in het Engels’. In: De Standaard, 4 augustus 1978.
– M. de Bie, ‘Ward Ruyslinck: Het reservaat’. In: Uitgelezen 2, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, ‘s-Gravenhage1983, p. 85-88.
– André Demedts, ‘Ward Ruyslinck: een onzer groten’. In: Het Nieuwsblad, 28 mei 1984.
Golden Ophelia (1966)
– Huib Thomassen, ‘Ward Ruyslinck: Golden Ophelia’. In: De Nieuwe Gids, 10 december 1966.
– André Demedts, ‘Drie romans’. In: De Periscoop, jrg. 17, nr. 4, februari 1967, p. 3.
– Paul Hardy, ‘Kroniek’. In: Boekengids, jrg. 45, nr. 3, april 1967, p. 111-112.
– Willem Brandt, ‘Chaplin in Vlaanderen’. In: Nieuwe Apeldoornse Courant, 15 april 1967.
– Piet Sterckx, ‘Golden Ophelia Vlaamse sprookjesfilm’. In: Het Laatste Nieuws, 28 juni 1974.
Het ledikant van Lady Cant (1968)
– Willem Brandt, ‘Nieuw Vlaams proza’. In: Goois Nieuwsblad, 19 april 1968.
– Paul Hardy, ‘Kroniek’. In: Boekengids, jrg. 46, nr. 4, mei 1968, p. 158-159.
– René Gijsen, ‘Ward Ruyslinck: Het ledikant van Lady Cant’. In: De Nieuwe Gazet, 30 mei 1968.
– G.W. Huygens, ‘Een satire van Ward Ruyslinck’. In: Nieuwe Rotterdamse Courant, 1 juni 1968.
– C.J. Kelk, ‘Het ledikant van Lady Cant’. In: De Groene Amsterdammer, 8 juni 1968.
– Jan Mestdagh, ‘Ward Ruyslinck: Het ledikant van Lady Cant’, in: De Rode Vaan, 20 juni 1968.
– Willem M. Roggeman, ‘Satire als ontspanning’. In: Het Laatste Nieuws, 20 juni 1968.
– André Demedts, ‘Romans en verhalen van Ruyslinck, Van de Velde en Brondeel’. In: De Periscoop, nr. 9-10, juli 1968, p. 3.
– Dries Janssen, ‘Als persiflage aangediend’. In: Het Belang van Limburg, 16 juli 1968.
– Lieve Scheer, ‘Ward Ruyslinck houdt de lezer aan het lijntje’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 113, nr. 9, november 1968, p. 705-708.
– Ivo Wuyts, ‘Een literaire amfibie’. In: Zenit 74, jrg. 4, nr. 2, 1969, p. 38-40.
De Karakoliërs (1969)
– Robin Hannelore, ‘Ward Ruyslinck als satiricus’. In: Heibel, jrg. 5, nr. 2-3, 1969, p. 64-66.
– Jan Pollaerts, ‘Ward Ruyslinck op reportage in Karakolië’. In: Spectator, 2 en 3 augustus 1969, p. 9.
– Bernard Kemp, ‘Een ironische Othello’. In: De Standaard, 15 augustus 1969.
– Paul Hardy, ‘Onder herfststerren’. In: Boekengids, jrg. 47, nr. 8, oktober 1969, p. 352-354.
– Jan Mestdagh, ‘Satire in Vlaanderen’. In: De Rode Vaan, 23 oktober 1969.
De Apokatastasis of het Apocriefe boek van Galax Niksen (1970)
– Dries Janssen, ‘Ward Ruyslinck, een grinnikend moralist’. In: Het Belang van Limburg, 5 mei 1970.
– Jan Mestdagh, ‘Ward Ruyslinck: Het moeilijk evenwicht tussen engagement en symbool’. In: De Rode Vaan, 28 mei 1970.
– Paul Hardy, ‘Romankroniek’. In: Boekengids, jrg. 48, nr. 6, juliaugustus 1970, p. 246-247.
– Ivo Wuyts, ‘Onmacht en desillusie’. In: Kreatief, jrg. 4, nr. 4, 1970, p. 173-174.
– Ad Zuiderent, ‘Veel franje bij Ward Ruyslinck’. In: Trouw, 1 augustus 1970.
– Tom Schalken, ‘Ward Ruyslinck schrijft of hij bezig is met blazen van bellen’. In: De Gelderlander, 16 december 1970.
– Luk Adriaens, ‘Ruyslincks jongste boek: een interessante mislukking’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 115, nr. 10, december 1970, p. 770-775.
– Joris Gerits, ‘Ward Ruyslinck: De Apokatastasis of het Apocriefe boek van Galax Niksen’. In: Streven, jrg. 24, 1970-1971, nr. 6, maart 1971, p. 675.
– Francis Bulhof, ‘Ward Ruyslinck: De Apokatastasis of het Apocriefe boek van Galax Niksen’. In: Books abroad, jrg. 45, nr. 2, lente 1971, p. 332-333.
– Hugo Bousset, ‘De wederoprichting aller dingen’. In: Schreien, schrijven, schreeuwen, Orion, Brugge 1973, p. 153-156. Ook in: Jeugd & cultuur, jrg. 16, nr. 8-9, 1971, p. 374-376.
– M. de Bie, ‘Ward Ruyslinck: De Apokatastasis’. In: Uitgelezen 2, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, ‘s-Gravenhage 1983, p. 88-90.
De heksenkring (1972)
– Paul Hardy, ‘De heksenkring. Ward Ruyslinck en de Derde Wereld’. In: Gazet van Antwerpen, 6 december 1972.
– Willem M. Roggeman, ‘Ruyslinck in Argentinië’. In: Het Laatste Nieuws, 28 december 1972.
– Sus van Elzen, ‘En toch verbetert Ruyslinck de wereld niet’. In: Knack, jrg. 3, nr. 4, 24 januari 1973, p. 65.
– André Demedts, ‘In de ban van het toverwiel’. In: De Standaard, 9 februari 1973.
– Albert Westerlinck, ‘Ruyslinck over ontwikkelingshulp’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 118, nr. 2, 1973, p. 141-144.
– Jan Mestdagh, ‘Ward Ruyslinck. Vechten tegen de heksenkring’. In: De Rode Vaan, l maart 1973.
– Joris Gerits, ‘De heksenkring’. In: Streven, jrg. 26, 1972-1973, nr. 6, maart 1973, p. 620.
– Eric de Beek, ‘Ward Ruyslinck: De heksenkring’. In: Kreatief, jrg. 7, nr. 1, mei 1973, p. 94-95.
– Paul Hardy, ‘Vlaams proza’. In: Boekengids, jrg. 51, nr. 1, juni 1973, p. 1-3.
– Remi van de Moortel, ‘De vuile vingers van Buenos Aires’. In: De Landwacht, 25 september 1973.
– Hugo Bousset, ‘De heksenkring’. In: Spectator, nr. 39, 29 september 1973, p. 42.
– Paul Vanderschaeghe, ‘Zoeklicht’. In: Nieuwe Stemmen, jrg. 20, 1973-1974, nr. 2, november-december1973, p. 55-56.
– Frans Heymans, ‘Ward Ruyslinck: De heksenkring’. In: Mens en taak, jrg. 17, nr. 4, 1974, p. 128-131.
– Hugo Bousset en Paul van Steenvoort, Berichten uit de heksenkring, Uitgeverij Plantijn, Deurne/Antwerpen 1976, (Literaire Dossiers).
Het ganzenbord (1974)
– Sus van Elzen, ‘Zielig maar zo menselijk’. In: Knack magazine, nr. 40, 2 oktober 1974, p. 116.
– Jo Duym, ‘Ward Ruyslinck of het misbruik van de literatuur’. In: ‘t Pallieterke, 17 oktober 1974.
– Paul Hardy, ‘Ward Ruyslinck: Het ganzenbord’. In: Gazet van Antwerpen, 22 oktober 1974.
– A.B., ‘Het ganzenbord’. In: Brabants Nieuwsblad, 31 oktober 1974.
– Jos Borré, ‘Boekbespreking’. In: Heibel, jrg. 9, nr. 4-S-6, 1974, p. 104-107
– Willem M. Roggeman, ‘Ruyslinck in Polen’. In: Het Laatste Nieuws, 7 november 1974.
– Paul Hardy, ‘Kroniek’. In: Boekengids, jrg. 52, nr. 9, november 1974, p. 498-499.
– Eugène van Itterbeek, ‘Ward Ruyslinck: een geestelijke curettage’. In: Wij (partijblad van de Vlaamse politieke partij Volksunie), jrg. 20, nr. 45, 9 november 1974.
– Fred Six, ‘Het ganzenbord of hoe een veertiger zichzelf uit de doolhof bevrijdt’. In: Eksit, nr. 5, januari 1975, p. 25-29.
– Willy Vaerewijck, ‘Het ganzenbord’. In: Impact, nr. 90, december 1975, p. 64-65.
– André Demedts, ‘Verhalend proza uit Vlaanderen’. In: De Periscoop, jrg. 26, nr. 2, december 1975, p. 3.
– J.G.H. Weck & B.W.H. Weck-Van de Biggelaer, ‘Ruyslinck op zoek naar tekens voor een nieuwe zingeving’. In: Vacature, jrg. 87, nr. 33, december 1975 p. 1-2.
– F.V.S., ‘Ward Ruyslinck: Het ganzenbord’. In: Lektuurgids, jrg. 22, 1975, p. 217.
– J.J. Wesselo, ‘Ward Ruyslinck op reis’. In: Kultuurleven, jrg. 43, nr. 1, januari 1976, p. 72-74.
– Hugo Bousset, ‘Geestelijke curettage’. In: Woord en schroom. Enige trends in de Nederlandse prozaliteratuur 1973-1976, Uitgeverij Orion/Uitgeverij B. Gottmer, Brugge/Nijmegen 1977, p. 67-71.
– R.D., ‘Het ganzenbord’. In: Lektuurgids, jrg. 35, nr. 9, november 1988, p. 596.
De sloper in het slakkehuis (1977)
– Willem M. Roggeman, ‘De onheilsboodschap van Ward Ruyslinck: “We gaan kapot aan het lawaai”’. In: De Post, 22 mei 1977.
– E.V.I., ‘Schrijft Ward Ruyslinck wel tegen het geluid?’. In: Wij, 17 november l977.
– Frans De Keyser, ‘Ongeneeslijk cultuurpessimisme’. In: Het Laatste Nieuws, 25 november 1977.
– Paul de Wispelaere, ‘Bitterheid en satire’. In: Het Vaderland, 26 november 1977.
– Jacques Kersten, ‘Van en over Ward Ruyslinck’. In: Zebra, jrg. 1, nr. 2, februari 1978, p. 11-12.
– Jan Mestdagh, ‘Ward Ruyslinck: De sloper in het slakkehuis’. In: Amarant, jrg. 5, nr. 2, 1978, p. 59.
– Frans Heymans, ‘Ward Ruyslinck: echt en oprecht geëngageerd?’. In: Lektuurgids, jrg. 25, nr. 3, 1978, p. 97-98.
– Rudolf van de Perre, ‘Vlaamse proza: vogels van diverse pluimage’. In: Nieuwe stemmen, jrg. 34, nr. 3, 1978, p. 82-83.
– Lionel Deflo, ‘Ward Ruyslinck: jodelen tegen de bulderbaan’. In: Kreatief, jrg. 12, nr. 1, april 1978, p. 102.
– André Demedts, ‘Omtrent Ward Ruyslinck’. In: Ons Erfdeel, jrg. 21, nr. 3, mei-juni 1978, p. 432-435.
– Hugo Bousset, ‘Gehorig bestaan’. In: Spectator, jrg. 17, nr. 31, 5 augustus 1978, p. 67-68.
– J.J. Wesselo, ‘Kroniek 18-19’. In: Kultuurleven, jrg. 45, nr. 7, augustus-september 1978, p. 666-668.
– Lisette de Backer, ‘Spectraal doorgelicht’. In: Spectraal, jrg. 2, nr. 2, 1979, p. 50-53.
Op toernee met Leopold Sondag (1978)
– Pol Moyaert, ‘De nieuwe Ruyslinck: Een citatenboek verpakt als roman’. In: Vooruit, 26 oktober 1978.
– Paul de Vree, ‘Existentie en ethiek’. In: De Periscoop, jrg. 29, nr. 3, januari 1979, p. 3.
– Depo, ‘De scheve hoofden van de Laputanen’. In: Het Volk, l februari 1979.
– Jos Kets, ‘Een en een is een’. In: De Standaard, 23 februari 1979.
– Willy Copmans, ‘De schrijver in zijn personage’. In: Nieuwsblad van Geel, 16 maart 1979.
– R. Vanrusselt, ‘Over kritiek’. In: Appel, jrg. 4, nr. 3, 1979, p. 45-47.
– Eric Rinckhout, ‘Op toemee met Leopold Sondag of “Het jaar van de tweelingen”’. In: Yang, Vier generatiegenoten. Fernand Auwera. Hugo Claus. Hugo Raes. Ward Ruyslinck, jrg. 15, nr. 89, 1979, p. 109-115.
– J.J. Wesselo, ‘Kroniek 29’. In: Kultuurleven, jrg. 46, 9, november 1979, p. 869-871.
– Remi van de Moortel, ‘Ward Ruyslinck schreef aktuele ideeënroman’. In: Gazet van Antwerpen, 22 en 23 december 1979.
– Hugo Bousset, ‘Op toemee met Ward Ruyslinck’. In: Spectator, jrg. 19, nr. 23, 7 juni 1980, p. 80.
Wurgtechnieken (1980)
– Koen Vermeiren, ‘Een merkwaardige samenloop van omstandigheden’. In: Kreatief, jrg. 14, nr. 5, 1980, p. 100-104.
– Egide Lismond, ‘Ward Ruyslinck: Wurgtechnieken’. In: Appel, jrg. 5, nr. 4, 1980, p. 43-44.
– Remi van de Moortel, ‘Kroniek van het Vlaamse proza’. In: Boekengids, jrg. 59, nr. 1, januari 1981, p. 3-4.
– Willy Copmans, ‘Ward Ruyslinck en de gewelddadige maatschappij’. In: Nieuwsblad van Geel, 9 januari 1981.
– Hans Werkman, ‘Wurgtechnieken van Ward Ruyslinck’. In: Nederlands Dagblad, 7 maart 1981.
– J.J. Wesselo, ‘Kroniek 19’. In: Kultuurleven, jrg. 48, nr. 10, december 1981, p. 892-893.
– Monique La Roche, ‘P. Celis verfilmt Ruyslinck’. In: De Morgen, 28 december 1982.
– Patricia Maes, ‘Ward Ruyslinck: Wurgtechnieken’. In: Lektuurgids, jrg. 36, nr. 4 april 1989, p. 233.
– Redactie, ‘Ward Ruyslinck: Wurgtechnieken’. In: Boekengids, jrg. 67, nr. 3, april 1989, p. 218.
De boze droom het medeleven (1982)
– Ingrid vander Veken, ‘Medeleven, een gevoel in verdrukking’. In: De Nieuwe Gazet, 21 en 28 maart 1982.
– G.H., ‘Een somber boek in sombere tijd’. In: Het Belang van Limburg, 22 maart 1982.
– Jos Borré, ‘Kristus in cadeauverpakking’. In: De Morgen, 3 april 1982.
– Remi van de Moortel, ‘Nieuwe intrigerende roman van Ward Ruyslinck’. In: Gazet van Antwerpen, 10 april 1982.
– Daan Cartens, ‘Te veel nachtmerries’. In: Het Vaderland, 24 april 1982.
– Alstein, ‘Nieuwe Ruyslinck: Boodschap zonder literaire waarde’. In: De Nieuwe, nr. 940, 27 april 1982, p. 20-21.
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: blijvend onaangepast’. In: Yang, jrg. 19, nr. 110, 1983, p. 82-83.
– Doris Grootenboer, ‘Meeslepende roman van Ward Ruyslinck’. In: Algemeen Dagblad, 4 juni 1982.
– A. Buckens, ‘De boze droom het medeleven te pompeus, te pathetisch’. In: Brabants Nieuwsblad, l juli 1982.
– Remi van de Moortel, ‘Kroniek van het Vlaamse proza’. In: Boekengids, jrg. 60, nr. 5, juli 1982, p. 300-301.
– Joris Gerits, ‘De boze droom het medeleven’. In: Streven, jrg. 49, nr. 10, juli 1982, p. 959.
– Henk Egbers, ‘Emotie is taboe’. In: De Limburger, 25 oktober 1982.
– Aarnout de Bruyne, ‘Schuilend in zijn weerloosheid’. In: Ons Erfdeel, jrg. 25, nr. 5, november-december 1982, p. 743-745.
De uilen van Minerva (1985)
– Dries Janssen, ‘Een in papier verpakte ezelsstamp’. In: Kruispunt, jrg. 24, nr. 99, 1985, p. 39-40.
– Piet Oberndorff, ‘Reële en fictieve herinneringen’. In: Appel, jrg. 10, nr. 4, 1985, p. 212.
– Jacky Goris, ‘Ward Ruyslinck: De uilen van Minerva’. In: De vrijzinnige lezer, december 1985.
– Frits Schetsken, ‘Ward Ruyslinck, de storm na de stilte’. In: Exclusief, december 1985, p. 48-56.
– Erik Vermeulen, ‘Ward Ruyslincks afrekening met de wereld van de ambtenaar’. In: Randschrift, jrg. 3, nr. 13, 1985, p. 41-42.
– Jooris van Hulle, ‘Kroniek van het Vlaamse proza’. In: Boekengids, jrg. 64, nr. 1 januari-februari 1986, p. 1-2.
– Jooris van Hulle, ‘Vlaams proza 1985-1986’. In: Jaarboek Vlaamse literatuur 1986, Uitgeverij Grammens, Brussel, 1986, p. 43-44.
– Willy Copmans, ‘Ward Ruyslinck in het voorgeborchte van de hel’. In: ‘t Kofschip, jrg. 14, nr. 2, 1986, p. 45-46.
– Frans Flappers, ‘Een parallel? Ward Ruyslinck De uilen van Minerva’. In: Creare, jrg. 16, nr. 3, 1987, p. 25-26.
Stille waters (1987)
– Jacques Kersten, ‘Stille waters van de jeugd’. In: De Standaard, 26 september 1987.
– Piet Oberndorff, ‘Voor wie wil lezen’. In: Appel, jrg. 12, nr. 4, 1987, p. 209.
– Joris Gerits, ‘Stille waters, een nieuwe roman van Ward Ruyslinck’. In: Boekengids, jrg. 65, nr. 9, oktober 1987, p. 805-806.
– Wim Hazeu, ‘De kinderjaren van Aafjes en Ruyslinck’. In: HN magazine, 10 oktober 1987.
– Hans van de Waarsenburg, ‘Stille waters van Ward Ruyslinck een verademing’. In: De Limburger, 25 november 1987.
– Willy Copmans, ‘Het geheugen legt toch zulke rare banden’. In: Nieuwsblad van Geel, 27 november 1987.
– Dirk Depreeuw, ‘Een geestdriftig spijbelaartje’. In: De Morgen, 5 december 1987.
– Aarnout de Bruyne, ‘Diepe gronden van de stille waters’. In: Ons erfdeel, jrg. 31, nr. 1, januari-februari 1988, p. 108-110.
– Paul van Aken, ‘Bezinningstijd’. In: Creare, jrg. 17, nr. 2, 1988, p. 21.
– R.D., ‘Stille waters’. In: Lektuurgids, jrg. 35, nr. 3, maart 1988, p. 181.
– Danny de Wispelaere, ‘Ward Ruyslinck: Stille waters’. In: ‘t Kofschip, jrg. 16, nr. 2, maart-april 1988, p. 36-37.
– Jaak de Maere, ‘Boekbesprekingen’. In: Handen, jrg. 4, nr. 3, 1 988, p. 116-117.
– Idzard de Jong, ‘Boekbesprekingen’. In: Frase, jrg. 4, nr. 14, 1988, p. 13.
IJlings naar nergens (1989)
– Jooris van Hulle, ‘Brieven aan een Zeeuwse geus’. In: De Standaard, 25 maart 1989.
– Luc Boudens, ‘Sarcastisch overlijdensbericht voor Ward Ruyslinck’. In: Diogenes, jrg. 6, nr. 1, 1989, p. 82.
– Marcel Janssens, ‘Dierbare moeter’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 134, nr. 3, 1989, p. 347-350.
– Koen Vermeiren, ‘Bekentenissen van een “romantisch realist”’. In: Kreatief, jrg. 23, nr. 4, 1989, p. 108-110.
– A. Dautzenberg, ‘Gemopper en gemor’. In: De Volkskrant, 12 mei 1989.
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: IJlings naar nergens’. In: Boekengids, jrg. 67, nr. 5, juni 1989, p. 353-354.
– Clemens Spijkers, ‘De stroomversnelling naar de laatste fatale waterval’. In: Twentsche Courant, 22 juli 1989.
– Phil Caillau, ‘De centraal verwarmde en emotioneel verkilde cultuur’. In: Randschrift, jrg. 5, nr. 21, 1989, p. 32-33.
– Mark Grammens, ‘Ward Ruyslinck tegen de kleine diktators’. In: Journaal/De nieuwsbrief van Mark Grammens, nr. 37, 21 september 1989, p. 290.
– Julien Vandiest, ‘Ward Ruyslinck: IJlings naar nergens (ontboezemingen van een boezemvriend’. In: Diogenes, jrg. 6, nr. 1, 1989, p. 63-66.
– Jean-Paul Govaert, ‘Ward Ruyslinck: IJlings naar nergens’. In: De vrijzinnige lezer, jrg. 11, nr. 1, maart 1990, p. 13.
De speeltuin (1992)
– Jos Borré, ‘Ward Ruyslinck en Monika Lo Cascio: De speeltuin. Een gespeelde briefwisseling’. In: De Morgen, 20 maart 1992.
– Gaston Durnez, ‘Ward Ruyslinck en Monika Lo Cascio schreven passionele briefroman’. In: De Standaard, 20 maart 1992.
– M.S., ‘Ruyslinck & Lo Cascio’. In: Humo, nr. 2690, 26 maart 1992, p. 140.
– Carlos Alleene, ‘De speeltuin van Ward Ruyslinck en Monika Lo Cascio. “Ik heb dank zij Monika mijn verloren wederhelft gevonden”’. In: Het Volk, 26 maart 1992.
– Guy Commerman, ‘Een liefdesroman in briefvorm die evenveel vragen oproept als antwoorden wil geven’. In: Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift, het Kwartaalschrift voor kunst en letteren, jrg. 10, nr. 2, 1992, p 64-65.
De claim van de duivel (1993)
– Phil Cailliau, ‘Een weerhaan nader bekeken’. In: Kreatief, jrg. 27, nr. 5, 1993, p. 118-119.
Het geboortehuis (1995)
– Jef Ector, ‘Ruyslinck laat het gekooide dier even uit’. In: Kreatief, jrg. 30, nr. 5, 1996, p. 126-128.
De bovenste trede (1997)
– Marnix Verplancke, ‘De dood en de filosoof: de verticale krachten van Ward Ruyslinck’. In: Filosofie magazine, jrg. 6, nr. 4, 1997, p.16-19.
– Jef Ector, ‘Reflecties over manieren van sterven’. In: Kreatief, jrg. 31, nr. 5, 1997, p. 119-121.
Traumachia (1999)
– Jef Ector, ‘Als de ergernis overkookt’. In: Kreatief, jrg. 33, nr. 5, 1996, p. 124-125.
DOCUMMENTAIRE, AFORISMEN, ESSAYS, TONEEL
In naam van de beesten (1976)
– Jotie T’Hooft, ‘Kritische afstand? Ho maar!’. In: Kreatief, jrg. 10, nr. 5, 1976, p. 440-442.
– Albert Westerlinck, ‘Zuidnederlandse letteren’. In: Dietsche Warande& Belfort, jrg. 121, nr. 6, 1976, p. 440-442.
– Fernand Auwera, ‘Van beesten en mensen’. In: Dietsche Warande & Belfort, jr. 121, nr. 6, 1976, p. 456-459.
– Willy Copmans, ‘Ward Ruyslinck als woordvoerder van het gemartelde dier’. In: Tijdschrift Belgische Posterijen, jrg. 35, nr. 6, juli-augustus 1976, p. 179-180.
– Jean-Paul de Wit, ‘Boekbespreking’. In: Nieuwe Stemmen, jrg. 32, nr. 6, augustus-september 1976, p. 192.
– Jos Borré, ‘Van beesten en mensen’. In: Turnhout ekspres, 9 september 1976.
– Jef van Gool, ‘Kroniek van het Vlaamse proza. Als de rook om je hoofd is verdwenen’. In: Boekengids, jrg. 54, nr. 9, oktober 1976, p. 562-563.
– N. van Loo, ‘In naam van de beesten’. In: Nederlands Dagblad, 24 januari 1977.
– Marnix Gijsen, ‘Ward Ruyslinck: In naam van de beesten’. In: Uit het Brussels getto (berichten 1975-1977, Manteau, Brussel, 1979, p. 153-154.
Uitspraken in opspraak: Aforismen (1972)
– Aldert Walrecht, ‘Ward Ruyslinck: Uitspraken in opspraak’. In: Prisma-lectuurvoorlichting, nr. 73-216, januari 1973.
– André Demedts, ‘In de ban van het toverwiel’. In: De Standaard, 9 februari 1973.
– Albert Westerlinck, ‘In de leeszetel’. In: Dietsche Warande& Belfort, jrg. 118, nr. 4, 1973, p. 291.
– Em. Janssen, ‘Ward Ruyslinck: Uitspraken in opspraak’. In: Boekengids, jrg. 51, nr. 6, juli-augustus 1973, p. 379.
Pieter Aerts, het getemperde staal (1952)
– J. Bus, ‘Ward Ruyslinck: Pieter Aerts’. In: Boekengids, jrg. 31, nr. 7, juli-augustus 1953, p. 248.
Valentijn Van Uytvanck – 1896-1950 – Tekenaar zonder vaderland (1977)
– Jos Murez, ‘Valentijn van Uytvanck’. In: Vooruit, 11 augustus 1977.
– Willy Copmans, ‘Onderzoek naar beroerde instelling’. In: Nieuwsblad van Geel, 16 september 1977.
– Fernand Bonneure, ‘Valentijn van Uytvanck (1896-1950), tekenaar zonder vaderland’. In: Ons Erfdeel, jrg. 20, nr. 4, september-oktober 1977, p. 641-642.
– Albert Westerlinck, ‘Van Uytvanck’. In: Dietsche Warande & Belfort, jrg. 123, nr. 1, 1978, p. 68-69.
– Hector Waterschoot, ‘Ward Ruyslinck: Valentijn van Uytvanck’. In: Boekengids, jrg. 56, nr. 4, mei 1978, p. 265.
Antwerpen in oude gravures (1982)
– D.M., ‘Antwerpen in oude gravures, Ward Ruyslinck toont hoe het was’. In: Het Nieuwsblad, 9 maart 1983.
– R. van Passen, ‘Ward Ruyslinck: Antwerpen in oude gravures’. In: Boekengids, jrg. 62, nr. 4, juni 1984, p. 284.
Open beeldboek (1983)
– Jooris van Hulle, ‘Ward Ruyslinck: Bezielde interesse voor de plastische kunsten’. In: VKH-Courant, 4 mei 1983.
– Wim Meeuwis, ‘Ward Ruyslinck: Open beeldboek’. In: Lektuurgids, jrg. 30 nr. 9-10, november-december1983, p. 470-471.
– Fernand Bonneure, ‘Ward Ruyslinck: Open beeldboek’. In: Boekengids, jrg. 62, nr. 1, januari-februari 1984, p. 63.
De krekelput (1971)
– A. van Daele, ‘Area Gent creëert De Krekelput’. In: Gazet van Antwerpen, 30 september 1971.
– Rik Lanckrock, ‘In Area: De krekelput verrassend knap toneeldebuut van Ward Ruyslinck’. In: Vooruit, 2 oktober 1971.
– E.G., ‘Kreatie bij Area te Gent. Ruyslinck zit in Krekelput. In: De Standaard, 4 oktober 1971.
– V.R., ‘Kelderteater Area (Gent): van Ward Ruyslinck: De krekelput. In: De Nieuwe, 15 oktober 1971, p. 19-20.
– Jan D’Haese, ‘Literair teater van Ruyslinck en volkstoneel van Van den Broeck’. In: Ons Erfdeel, jrg. 15, nr. 1, januari-februari 1972, p. 108-109.
BEWERKINGEN
De stemmer
– W.M.R., ‘Eenakter naar een novelle van Ward Ruyslinck ‘De Stemmer’’. In: De Nieuwe Gazet, 8 augustus 1968.
Het reservaat
– Aimé Bernard, ‘Pêle-mêle’. In: Nieuwe stemmen, jrg. 30, nr. 6, 1974, p. 184-185.
– Marcel van Nieuwenborgh, ‘Vander Plaetse brengt Ruyslinck op de planken. Ruyslinck: Boek nog altijd aktueel’. In: De Standaard, 19 januari 1975.
– G. Meuleman, ‘Vertikaal brengt gebalde toneelversie van Ruyslincks Reservaat’. In: De Nieuwe Gids, 3 februari 1976.
– Roger Arteel, ‘Het reservaat’. In: Ons Erfdeel, jrg. 19, nr. 2, maart-april 1976, p. 283-284.
– Nicole Verschoore, ‘Verstarring of evolutie’. In: Het Laatste Nieuws, 10 november 1978.